Vragen van de leden Eijsink en Günal-Gezer (beiden PvdA) aan de minister van Defensie over het bericht «Militairen bij grof vuil gezet» (ingezonden 11 juli 2013).

Antwoord van minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 9 augustus 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Militairen bij grof vuil gezet»?1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat er in alle gevallen gebruik is gemaakt van een standaardontslagbrief? Zijn er verschillende standaardbrieven voor de verschillende onderdelen? Zo ja, hoeveel verschillende standaardontslagbrieven zijn er voor welk onderdeel gebruikt?

Vraag 3

Welke afwegingen lagen ten grondslag aan de keuze voor een standaardontslagbrief?

Vraag 4

Kunt u toelichten waarom er voor deze – ogenschijnlijk onpersoonlijke – manier van ontslagaanzegging gekozen is?

Antwoord

Het ontslag wegens overtolligheid is de uitkomst van een lang traject met meerdere persoonlijke gesprekken, waarop nader wordt ingegaan in het antwoord op vraag 5. Een element van het ontslagtraject is het versturen van de formele ontslagbrief. Deze brief wordt opgesteld als gevolg van het ontslagbesluit dat door de leidinggevende is genomen. Aangezien de uit de rechtspositie voortvloeiende tekst van een dergelijke brief in vrijwel alle gevallen identiek is hanteert Defensie standaard ontslagbrieven die automatisch worden opgesteld door het Dienstencentrum Human Resources (DC HR). Het is mogelijk om per defensieonderdeel een ander logo en ondertekenblok te gebruiken.

Bij onder meer aanstellings- en ontslagbrieven is het wenselijk deze te voorzien van een ondertekening. De technische realisatie hiervan heeft helaas echter langer geduurd dan Defensie had voorzien. Sinds mei jl. worden alle aanstellings- en ontslagbrieven voor militair personeel voorzien van een handtekening. Naar verwachting worden aanstellings- en ontslagbrieven voor burgerpersoneel vanaf 1 oktober aanstaande voorzien van een handtekening.

Vraag 5

Is er vooraf een gesprek geweest met alle betrokkenen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Volgt er nog een persoonlijk gesprek met alle betrokkenen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Is er of volgt er op enigerlei wijze nog een persoonlijk contact met allen die een dergelijke ontslagbrief ontvangen hebben?

Vraag 10

Zijn de afzonderlijke leidinggevenden van de onderdelen waar de ontslagen vallen, betrokken geweest? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

Medewerkers worden uitgebreid geïnformeerd over de stappen in het reorganisatieproces, waaronder de mogelijkheid van ontslag wegens overtolligheid. Aan ontslag wegens overtolligheid gaat een lang begeleidingstraject vooraf waarin de persoonlijke benadering voorop staat. Tijdens dit traject zijn er meerdere gesprekken tussen de betrokkene en zijn leidinggevende, alsmede met zijn P&O-adviseur en de adviseur van de Begeleidings- en Bemiddelingsorganisatie (BBO). Het gesprek met de leidinggevende staat vooral in het licht van het afscheid nemen van het eigen onderdeel. Met de adviseur van de BBO spreekt de medewerker over het vinden van ander werk. Bij ontslag wegens overtolligheid wordt telkens bezien hoe Defensie op passende wijze afscheid van de medewerker kan nemen.

Vraag 8

Wisten de betrokkenen op welke manier communicatie over het ontslag zou geschieden?

Vraag 9

Is er op enige manier gecommuniceerd over de wijze waarop het personeel van Defensie dat als gevolg van de reorganisatie ontslag aangezegd zal krijgen? Zo ja, op welke manier?

Antwoord

Medewerkers zijn bekend met het feit dat ontslagbesluiten schriftelijk bekend worden gesteld. Medewerkers zijn via diverse voorlichtingssessies, maar ook via informatiekanalen zoals de reorganisatiespecial van de Defensiekrant geïnformeerd over de stappen in het reorganisatieproces, waaronder het moment van ontslag. Voorafgaande aan het ontslag is er voor de medewerker een intensief begeleidingstraject waarin deze stappen ook worden besproken, zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 5.

Vraag 11

Op welke wijze zullen de ontslagen militairen verder gevolgd worden in verband met de nazorg, indien zij op missie zijn geweest?

Vraag 12

Hoe gaat u invulling geven aan de gemaakte afspraken over de nazorg aan militairen die op missie zijn geweest?

Antwoord

Iedere militair die op uitzending is geweest krijgt gegarandeerd zorg, of de militair nu in dienst blijft of niet. De duur van de periode na terugkeer van een uitzending waarin Defensie actief nazorg aanbiedt is achttien maanden. Na deze achttien maanden van actieve nazorg kunnen militairen nog steeds zorg krijgen. Dit geldt zowel voor actief dienende militairen, als voor militairen die wegens overtolligheid de organisatie verlaten.

Na ontslag kunnen ex-militairen met hun zorgvragen terecht bij het centraal aanmeldpunt van het Veteraneninstituut of het zorgloket voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, straks het Veteranenloket. Via het veteranenregistratiesysteem kan te allen tijde contact worden gehouden met veteranen.


X Noot
1

Telegraaf van 10 juli 2013

Naar boven