Vragen van het lid Dijsselbloem (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de consequenties van een rechterlijke vrijspraak inzake een kind dat niet aan de leerplicht zou voldoen (ingezonden 16 augustus 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 oktober 2012)

Vraag 1 en 2

Welke consequenties verbindt u aan de uitspraken van de rechtbanken van Den Haag en Haarlem waarbij ouders werden vrijgesproken van absoluut schoolverzuim bij gebrek aan passend onderwijs voor een leerling met dyspraxie die al meer dan een jaar thuis zit?1

Acht u «schuld zonder strafoplegging» zoals volgens de Haarlemse officier van justitie de enige uitspraak was die de wetgeving toeliet, een bevredigende kwalificatie in een situatie waarin de moeder er alles aan heeft gedaan om haar kind wel naar een passende school te krijgen en op basis van een psychologische test met een duidelijk advies voor vmbo-t diverse aanmeldingen heeft gedaan bij de twee schoolbesturen die dat aanbieden in de regio, zonder dat de leerplichtambtenaar met een goed alternatief wist te komen?

Antwoord 1 en 2

Ik heb kennis genomen van de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 9 mei waarnaar in de voetnoot wordt verwezen (parketnummer 15/710458–11). Alleen het extract vonnis is openbaar. Hieruit blijkt dat het om een meisje gaat dat volgens een psychologisch rapport op vmbo-t niveau functioneert en waarvoor moeder geen geschikte school kan vinden. Uit dit vonnis is niet af te leiden wat de reden is dat er geen geschikte school is gevonden voor de leerling. Uit uw vraag 1 blijkt dat het om een leerling met dyspraxie gaat. Met deze summiere informatie is het voor mij niet goed mogelijk een oordeel te vormen over de situatie.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de kous niet af is met deze vrijspraak, maar dat deze leerplichtige jongere alsnog passend onderwijs moet worden geboden?

Antwoord 3

Ik deel uw mening dat iedere leerplichtige jongere passend onderwijs moet worden geboden en dus ook deze leerplichtige jongere. Mijn inzet is om onder andere door de inzet van onderwijsconsulenten voor iedere leerling een passende plaats te vinden bij een school. De onafhankelijke onderwijsconsulenten kunnen zowel ouders als school adviseren en begeleiden bij het vinden van een passende onderwijsplek. De leerling staat bij de onderwijsconsulent centraal. Met de invoering van passend onderwijs wordt de verantwoordelijkheid om een passende plaats te bieden duidelijker belegd. Door de invoering van de zorgplicht immers moet de school waar een leerling met een extra ondersteuningsvraag wordt aangemeld een passend onderwijsaanbod doen op de eigen of een andere school.

Vraag 4

Welke machtsmiddelen staan u ter beschikking om passend onderwijs te bewerkstelligen voor zo’n leerling, in de huidige situatie waarbij de schoolbesturen in de regio niet op voorhand bereid zijn om de leerling te plaatsen?

Antwoord 4

Ik beschik niet over wettelijke middelen om een leerling op een school geplaatst te krijgen. Wel beschik ik over mogelijkheden om ondersteuning te bieden, waaronder de onderwijsconsulenten. Deze zijn doorgaans succesvol als het gaat om plaatsing van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte waarbij ouders en school het niet eens kunnen worden over de plaatsing en de extra ondersteuning die de school kan bieden. In heel complexe situaties kan ook van uit het ministerie ondersteuning geboden worden.


X Noot
1

9 mei 2012, parketnr. 15/710458–11.

Naar boven