Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken over het bericht dat ook in Nederland door justitie veel gegevens worden verzameld (ingezonden 16 juli 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 augustus 2013).

Vraag 1 t/m 3

Wat is uw reactie op het artikel «Spionagepraktijken in de VS? Kijk eerst eens naar Nederland», waarin wordt belicht dat justitie in Nederland ook veel gegevens van Nederlandse burgers verzamelt?1

Klopt het dat opsporingsdiensten naar hartenlust kunnen frotten in de beschikbare data zonder dat een onafhankelijke organisatie controleert waarom deze data worden bekeken en wat met de verkregen informatie wordt gedaan? Is er op geen enkele wijze onafhankelijk toezicht geregeld? Welke rol speelt het College Bescherming Persoonsgegevens hierbij?

Worden de verzamelde data 2,3 miljoen keer geraadpleegd door overheidsdiensten? Klopt het dat ook bijvoorbeeld een boswachter deze gevoelige persoonsgegevens kan raadplegen? Hoeveel personen hebben toegang tot deze persoonsgegevens en met welk doel kunnen zij deze gegevens raadplegen?

Antwoord 1 t/m 3

Het artikel gaat over gegevens die worden aangeleverd aan het informatiesysteem van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT). Ik verwijs kortheidshalve naar mijn brieven aan uw Kamer van 21 maart 20112, 3 oktober 20113, 12 december 20114, 22 november 20125 en naar het jaarverslag van het CIOT van 20126. In deze stukken worden de grondslag en de werkwijze van CIOT-bevragingen beschreven, het aantal autorisaties en het aantal bevragingen (2.758.435 bevragingen in 2012) en de (rechterlijke) controle en het toezicht op de bevragingen. Ik heb u middels deze brieven ook geïnformeerd over de uitkomsten van de audits die zijn uitgevoerd door de Departementale Auditdienst (die recent onderdeel is geworden van de Auditdienst Rijk), de bevindingen van het College bescherming persoonsgegevens en de uitkomsten van het onderzoek door de Inspectie Veiligheid en Justitie.

Vraag 4

Sluit u uit dat Nederlandse opsporingsdiensten internet- en telecomgegevens opvragen of bevragen dan wel inzien ten behoeve van buitenlandse collega's bij buitenlandse opsporingsdiensten zonder dat laatstgenoemden de daarvoor aangewezen paden te hebben bewandeld, bijvoorbeeld via een internationaal rechtshulp verzoek of zonder het indienen van enig ander formeel verzoek?

Antwoord 4

Als Nederlandse opsporingsdiensten ten behoeve van buitenlandse collega’s internet- en telecomgegevens opvragen, gebeurt dat altijd op basis van een buitenlands rechtshulpverzoek. Ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat Nederlandse opsporingsambtenaren de genoemde bevragingen ook doen zonder voorafgaand rechtshulpverzoek.

Vraag 5

Zijn er door de Nederlandse opsporingsdiensten faciliteiten ingericht waardoor buitenlandse opsporingsdiensten direct internet- en telecomgegevens kunnen opvragen of bevragen dan wel inzien over voor hun relevante personen en bedrijven die zich al dan niet in Nederland bevinden of waarvan internet- of telecomgegevens zich in Nederland bevinden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

Nee, er bestaan geen autorisaties of andere faciliteiten waarmee buitenlandse opsporingsdiensten direct toegang hebben tot het CIOT-informatiesysteem. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 4.

Naar boven