Vragen van de leden Van Klaveren, Bontes en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over «Ramadandiensten» bij de politie (ingezonden 11 juli 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 1 augustus 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Politie krijgt Ramadandiensten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Hoeveel vaker komen er tijdens Ramadan (en met name rond het Suikerfeest) meldingen binnen van overlast en criminaliteit?

Kunt u aangeven in hoeverre de politie zich dit jaar nog op andere wijzen aanpast aan de islamitische ideologie (van vernederende iftar-maaltijden tot onzinnige moskee-bezoeken)?

Antwoord 2 & 3

Er wordt door de Politie of OM niet bijgehouden hoeveel meldingen gerelateerd zijn aan de Ramadan of het Suikerfeest. De inzet van Politie wordt gebaseerd op situaties van (potentiële) onveiligheid, criminaliteit, overlast en de behoefte om hulp in bepaalde situaties. De burgemeester is daarbij degene die de keuzes maakt betreffende de inzet van politiecapaciteit.

Vraag 4

Bent u bereid eventuele extra politie-inzet te verhalen op veroordeeld Ramadantuig? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Daartoe bestaat, gezien bovenstaande, geen aanleiding. Zie tevens beantwoording van de Kamervragen van de leden Bontes, Van Klaveren en Wilders, Kamerstukken II, 2011–2012, nr. 3126 (Aanhangsel van de Handelingen).

Naar boven