Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het voorgestelde decryptiebevel en het terughackvoorstel mogelijk in strijd zijn met de mensenrechten (ingezonden 19 juli 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 2 juli 2013)

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het artikel ««Decryptiebevel Opstelten mogelijk in strijd met mensenrechten», waarin wordt belicht dat dat het voorgestelde decryptiebevel mogelijk in strijd is met de mensenrechten en dat ook met het terughackvoorstel vergaande inbreuk zal plaatsvinden op de grondrechten van burgers?1

Bent u bereid het advies van de Raad voor de Rechtspraak ter harte te nemen en een onderzoek te laten uitvoeren naar de wettelijkheid van het decryptiebevel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1 en 2

De auteur van het aangehaalde artikel verwijst naar het advies van de Raad voor de Rechtspraak inzake het conceptwetsvoorstel computercriminaliteit III, dat ik in mei 2013 aan een aantal adviesorganen, waaronder de Raad voor de Rechtspraak, ter consultatie heb voorgelegd. Anders dan in het artikel wordt gemeld vindt de Raad voor de Rechtspraak niet dat er onderzoek moet worden gedaan naar de wettelijkheid van het decryptiebevel. Een dergelijk onderzoek is reeds verricht door het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) van de Universiteit van Tilburg. Bij brief van 27 november 20122 heb ik uw Kamer het onderzoeksrapport, getiteld «Decryptiebevel en artikel 6 EVRM», aangeboden en in kennis gesteld van mijn reactie op de bevindingen van het onderzoek. De Raad voor de Rechtspraak beveelt wel aan om de verhouding tussen het decryptiebevel en artikel 6 EVRM in de memorie van toelichting nader te beschouwen en daarbij te betrekken de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Chambaz. Aan dit advies zal gevolg worden gegeven.

Vraag 3

Bent u bereid met de Raad voor de rechtspraak in gesprek te gaan over zijn mening dat het terughackvoorstel mogelijkheden biedt die leiden tot ernstige inbreuk op de grondrechten van burgers en het daarom noodzakelijk is om een rechter vooraf toestemming te laten verlenen voor dergelijke handelingen?

Antwoord 3

Het conceptwetsvoorstel dat in consultatie is gegeven voorziet in de voorafgaande toetsing van de voorgestelde opsporingsbevoegdheden door de rechter-commissaris. De Raad voor de Rechtspraak acht de keuze voor een dergelijke voorafgaande rechterlijke toetsing wenselijk en verstandig (advies d.d. 4 juli 2013, blz. 2). Overigens zullen alle adviezen over het wetsvoorstel, ook die van de Raad voor de Rechtspraak, zorgvuldig worden bestudeerd en verwerkt voordat het conceptwetsvoorstel aan de Raad van State wordt voorgelegd.

Naar boven