Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de moord op Mostafa Talaie (ingezonden d.d. 1 juli 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 juli 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van De Vijfde Dag over de moord op Mostafa Talaie?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u de opmerkingen van betrokkenen dat moslims die zich tot het christendom bekeerd hebben te maken krijgen met bedreiging en geweld? Zo ja, welke stappen worden ondernomen om deze praktijk met kracht tegen te gaan, zowel binnen als buiten asielzoekerscentra?

Antwoord 2

Ik herken de constatering dat zich in de opvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) categorieën asielzoekers bevinden die meer dan anderen een risico lopen om slachtoffer te worden van incidenten en/of discriminatie. Hiertoe behoren ook christelijke asielzoekers. Zoals ook vermeld in de beantwoording van de vragen van het lid Voordewind2, is door het COA, in samenwerking met Stichting Gave en het COC, een groot aantal maatregelen getroffen ter verbetering van de positie van christelijke en (lesbisch, homo-bi en transseksueel) asielzoekers. Hiertoe werden, eveneens in afstemming met Stichting Gave en het COC, de aanbevelingen overgenomen uit een onafhankelijk rapport dat op verzoek van de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel werd opgesteld. Er vinden ook in 2013 nadere gesprekken plaats om, waar nodig, nog verdere verbeteringen door te voeren ten behoeve van christen en LHBT asielzoekers die in de COA-opvang verblijven. Voor vreemdelingen die buiten de asielzoekerscentra te maken krijgen met bedreiging of geweld vanwege hun geloof is het allereerst van belang dat zij hiervan melding of aangifte doen. Het kabinet ondersteunt diverse acties om de meldings- en aangiftebereidheid bij discriminatie te vergroten en om de deskundigheid binnen de strafrechtketen te verbeteren. Zowel binnen de politie, als binnen het OM heeft de bestrijding van discriminatie veel aandacht en zijn speciale contactpersonen aangewezen voor de behandeling van discriminatiezaken. Voor een meer uitvoerige beschrijving van de stand van zaken verwijs ik naar de jaarlijkse discriminatiebrief, die uw Kamer laatstelijk op 18 december 2012 heeft ontvangen.3

Vraag 3

Hoeveel meldingen van geweld en bedreiging van tot het christendom bekeerde moslims zijn er geregistreerd? In hoeverre hebben de maatregelen die naar aanleiding van onderzoek naar eerdere incidenten door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zijn getroffen daadwerkelijk verbetering gebracht?

Antwoord 3

Het aantal meldingen van geweld en bedreiging tegen christelijke asielzoekers bedroeg in het jaar 2012 achttien, verspreid over dertien verschillende azc’s. Dit betreft zowel meldingen die bij het COA zijn binnengekomen, als meldingen bij Stichting Gave. Door de extra aandacht voor discriminatie van christelijke asielzoekers alsmede door de samenwerking met Stichting Gave is er sprake van nog meer bewustwording van de problematiek bij COA medewerkers en bewustere voorlichting aan bewoners. COA blijft zich continu inzetten voor een verdere verbetering van de positie van kwetsbare asielzoekers in de COA-opvang. Of er ook in de aantallen incidenten en/of situaties van discriminatie een verandering is opgetreden, moet blijken zodra er nieuwe cijfers beschikbaar zijn. Omdat de inzet is dat de meldingsbereidheid van incidenten wordt verhoogd, kan overigens niet gesteld worden dat een eventueel hoger aantal meldingen betekent dat er geen verbetering heeft plaatsgevonden in de positie van kwetsbare groepen in de opvang.


X Noot
1

26 juni 2013

X Noot
2

TK 2012–2013 aanhangselnr. 1811; d.d.28 maart 2012

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012–2013, 30 950, nr. 47

Naar boven