Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over Europese
subsidies voor Israëlische bedrijven in de militaire industrie en Israëlische bedrijven
die in illegale nederzettingen actief zijn (ingezonden 27 mei 2013).
Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 22 juli 2013)
Vraag 1
Kent u het artikel «How the EU subsidises Israel’s military-industrial complex»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat binnen het Seventh Framework Program (FP7) van de EU het Israëlische
bedrijf IAI, dat een belangrijke leverancier is voor het Israëlische leger, subsidie
voor onderzoek heeft ontvangen, waaronder voor de ontwikkeling van onbemande vliegtuigen?
Indien neen, wat zijn dan de feiten?
Antwoord 2
Ja, het Israëlische bedrijf Israel Aerospace Industries heeft onder het Seventh Framework Program (FP7) onder meer subsidie ontvangen voor
onderzoek – samen met twaalf andere Europese onderzoeksinstellingen – naar de ontwikkeling
van onbemande vliegtuigen.
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van de subsidies die de EU binnen het FP7 heeft verstrekt
aan Israëlische bedrijven die (ook) actief zijn in de militaire industrie?
Antwoord 3
Op basis van de voor handen zijnde gegevens kan ik u melden dat 23 Israëlische entiteiten
voor een totaalbedrag van 26 miljoen euro deelnemen aan 49 FP7-projecten met het thema
maatschappelijke veiligheid. Dit onderzoek in FP7 kent een zuiver civiele oriëntatie.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het Israëlische bedrijf Ahava, dat in een illegale nederzetting
actief is, binnen het FP7 van de EU subsidie voor onderzoek heeft ontvangen?2 Indien neen, wat zijn dan de feiten?
Antwoord 4
Het bedrijf Ahava Dead Sea Laboratories voert vier projecten uit onder het Nanosciences,
Nanotechnologies, Materials and new Production Technologies-programma (NMP). Dit zijn
projecten over nanodeeltjes, milieu en gezondheid.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van de subsidies die de EU binnen het FP7 heeft verstrekt
aan bedrijven die in illegale nederzettingen actief zijn?
Antwoord 5
De Europese Commissie beschikt niet over een dergelijk overzicht. Ik kan u wel melden
dat alle Israëlische bedrijven die genoemde subsidie ontvangen juridisch gevestigd
zijn binnen de internationaal erkende grenzen van de staat Israël.
Vraag 6 en 7
Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat de EU door middel van subsidies investeert
in de Israëlische militaire industrie en in Israëlische bedrijven die actief zijn
in illegale nederzettingen? Indien neen, waarom niet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Deelt u de opvatting dat er een einde aan deze praktijken moet worden gemaakt en dat
binnen de opvolger van FP7, Horizon 2020, EU subsidies voor de Israëlische militaire
industrie en voor Israëlische bedrijven die actief zijn in illegale nederzettingen
expliciet uitgesloten zouden moeten worden? Indien neen, waarom niet? Indien ja, bent
u bereid hier in EU-verband op aan te dringen?
Antwoord 6 en 7
Ten aanzien van de criteria voor de toekomstige toekenningen aan derde landen van
het genoemde programma vinden momenteel verkenningen plaats door de Europese Commissie.
Zodra deze hebben geleid tot meer duidelijkheid over de technische en juridische (on)mogelijkheden
van aanpassing van de criteria, wordt uw Kamer daarover geïnformeerd.
Vooruitlopend daarop kan ik u al wel melden dat wat het kabinet betreft bij de toekenning
van Europese subsidies aan defensie-onderzoek in derde landen het voor de hand ligt
aansluiting te zoeken bij de criteria die gelden binnen het EU-wapenexportbeleid.
Voorkomen moet worden dat subsidiestromen bijdragen aan interne conflicten, regionale
instabiliteit en/of mensenrechtenschendingen.