Vragen van het lid Klaver (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over
de grondrechtensituatie in Hongarije (ingezonden 11 juli 2013).
Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 22 juli 2013)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het verslag-Tavares over de grondrechtensituatie in Hongarije,
dat op 3 juli jl. door het Europees Parlement is aangenomen?1
Vraag 2, 3 en 4
Deelt u de teleurstelling van het Europees Parlement over het feit dat «de Europese
Raad de enige politieke instelling van de EU is die zich niet heeft uitgesproken,
terwijl de Commissie, het Parlement, de Raad van Europa, de OVSE en zelfs de regering
van de VS hun bezorgdheid hebben geuit over de situatie in Hongarije»?
Bent u bereid te bevorderen dat de voorzitter van de Europese Raad voldoet aan het
verzoek om het Europees Parlement op de hoogte te brengen van zijn beoordeling van
de situatie in Hongarije?
Bent u bereid te bevorderen dat de grondrechtensituatie in Hongarije op de eerstkomende
bijeenkomst van de Europese Raad wordt geagendeerd, opdat voorzitter Van Rompuy kan
voldoen aan het verzoek van het Europees Parlement?
Antwoord 2, 3 en 4
Het is goed dat het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van Europa
de rechtsstaatontwikkelingen in zo Hongarije nauwgezet volgen. Deze internationale
druk van m.n. de Europese Commissie en de Raad van Europa (waaronder de Venetië Commissie)
heeft er eerder toe geleid dat Hongaarse wetgeving werd aangepast.
De merites van de aanpak van de Europese Commissie en de Venetië Commissie ligt in
hun onafhankelijke en technische beoordeling van de situatie in Hongarije (respectievelijk
bezien vanuit de Europese verdragen en de waarden van de Raad van Europa) – evenals
de Hongaarse bereidheid met hen in dialoog te gaan en waar nodig wetten aan te passen.
Ook nu heeft de Hongaarse regering gezegd tegemoet te komen aan de zorgen van de Europese
Commissie en Venetië Commissie. Nederland verwacht dit ook van Hongarije.
Het kabinet is tevreden met de wijze waarop de Europese Commissie en de Venetië Commissie
deze dialoog voeren en Hongarije weten te overtuigen aanpassingen door te voeren.
De internationale kritiek op de wetgevingsprocessen is de Hongaarse regering reeds
goed bekend, en de zorgen worden ook geregeld besproken door verschillende Europese
lidstaten met Hongarije zelf. Ook Nederland heeft, zowel bij monde van de minister-president
bij zijn Hongaarse ambtsgenoot als van de minister van Buitenlandse Zaken bij zijn
ambtsgenoot, de situatie aan de orde gesteld.
Vraag 5 en 6
Zult u zich inzetten voor het inwilligen van het verzoek van het Europees Parlement
om een «artikel 2-trialoog» in het leven te roepen, waarbij de Europese Commissie
en de Raad elk een vertegenwoordiger aanwijzen teneinde er, met de rapporteur en schaduwrapporteurs
van het parlement, gezamenlijk op toe te zien dat de Hongaarse autoriteiten de aanbevelingen
uit het verslag-Tavares (alsmede die van de Venetiëcommissie) ten uitvoer leggen?
Deelt u de inschatting dat zo'n artikel 2-trialoog helpt voorkomen dat de politieke
instellingen van de Europese Unie zich achter elkaar verschuilen bij het aanspreken
van de Hongaarse regering op de ondermijning van de rechtsstaat, de democratie en
de grondrechten, en het in werking zetten van de procedure van artikel 7, lid 1 van
het EU-verdrag kan vergemakkelijken?
Antwoorden 5 en 6
In een Europese waardengemeenschap moeten we elkaar kunnen aanspreken op naleving
van die waarden. Dat doet Nederland ook. Wat betreft de Hongaarse rechtsstaatontwikkelingen
vervullen de Europese Commissie en de Raad van Europa hierbij momenteel een goede
en constructieve rol.
Daarnaast zet het kabinet zich in voor de ontwikkeling van een aanvullend rechtsstaatelijkheidsmechanisme
binnen de EU, zoals onlangs wederom besproken in de Raad Algemene Zaken. De aanbevelingen
in de EP-resolutie naar aanleiding van het rapport Tavares voor een structureel monitoringsmechanisme
(«Kopenhagen-commissie») en een ad hoc mechanisme in geval van acute problemen op
dit terrein («artikel 2 Noodagenda») sluiten hier goed bij aan. Het kabinet is evenwel
geen voorstander van de ontwikkeling van mechanismen die specifiek gericht zijn op
afzonderlijke lidstaten, zoals de voorgestelde «artikel 2-trialoog» voor Hongarije,
omdat het aanvullend mechanisme op gelijke wijze op alle lidstaten toegepast moet
kunnen worden indien daarvoor aanleiding zou zijn.
Vraag 7
Kunt u beoordelen of de pogingen van de Europese Volkspartij (EVP) om de regering-Orbán
via partijpolitieke contacten tot groter respect voor Europese waarden te bewegen,
al resultaat hebben gesorteerd?
Antwoord 7
Nee, maar acties van de EVP in die richting worden uiteraard ondersteund.