Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over «vechtscheidingen» (ingezonden 7 juni 2013).

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 17 juli 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2658.

Vraag 1

Kent u de berichten «kind de dupe van vileine ouders» «Dringend advies: blijf langer proberen» en «Iets meer begrip, iets meer rust»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Maakt de minister zich ook zorgen over het toenemende aantal «vechtscheidingen»?

Antwoord 2

Of er sprake is van een toenemend aantal vechtscheidingen is niet bekend. Ik ontvang o.a. via de kinderombudsman hier wel signalen over en neem deze serieus.

Vraag 3

In het artikel in de Volkskrant wordt gesproken over Europese en Amerikaanse studies waaruit blijkt dat naarmate ouders vaker scheiden het aantal problematische scheidingen en de negatieve gevolgen voor kinderen niet afnemen; welke studies zijn dit?

Antwoord 3

Het Volkskrantartikel verwijst volgens opgave van de journalist naar onderzoeken waarin Jaap Dronkers (ook genoemd in het artikel) Amerikaanse gegevens vergelijk met Europese studies, waaronder:

  • Lange, M. de, J. Dronkers & M.H.J. Wolbers. 2013. «Single-parent family forms and children’s educational performance in a comparative perspective: effects of school’s share of single-parent families» School Effectiveness and School Improvement.

  • M. de Lange, J. Dronkers & M. Wolbers, 2011. «Eenoudergezinnen en onderwijsprestaties vanuit een vergelijkend perspectief: de invloed van het percentage eenoudergezinnen per school» [Single-parent families and educational performance from a comparative perspective: the effect of the percentage single-parent families per school] pp. 189–202 in Goede bedoelingen in het onderwijs. Kansen en missers.

Vraag 4

Wat is er gebeurd met de aanbevelingen in het rapport «relatie-ondersteunend aanbod voor Centra voor Jeugd en Gezin», naast het opstellen van de handreiking voor gemeenten?2

Antwoord 4

In de verkennende studie «relatieondersteunend aanbod voor Centra voor jeugd en Gezin» wordt de aanbeveling gedaan om nader onderzoek te laten uitvoeren naar de effectiviteit van het huidige Nederlandse aanbod relatieondersteunende programma’s. Het Ministerie van VWS financiert ZonMw voor het uitvoeren van het programma «Effectief werken in de jeugdsector». Eén van de programmalijnen voorziet in onderzoek naar de effectiviteit van interventies. Het ministerie van VWS heeft ZonMw opdracht gegeven om «echtscheiding» als prioritair thema binnen het programma op te nemen. Daarnaast zijn binnen de huidige subsidieronde rond het thema «eigen kracht» een aantal voorstellen op het gebied van echtscheiding ingediend. De programmacommissie van ZonMw beoordeelt deze onderzoeksvoorstellen op de wetenschappelijke relevantie.

Vraag 5

Vindt u dat bureau jeugdzorg het aantal «vechtscheidingen» die bij hen bekend zijn moet registreren en dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) moet onderzoeken wat het landelijk aantal «vechtscheidingen» is zodat we meer zicht krijgen op de omvang van het probleem? Zo ja, per wanneer kan dit ingaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het CBS registreert het aantal gehuwde paren dat uit elkaar gaat. Het is lastig de definitie van het begrip «vechtscheiding» te bepalen en hier statistische gegevens over te vergaren. Ik wil mij richten op de acties die nodig zijn om de positie van het kind tijdens «vechtscheidende» ouders te verbeteren.

Vraag 6

Bent u bereid nader onderzoek te financieren naar de effectiviteit van «vechtscheidingsinterventies» en naar de benodigde competenties die nodig zijn om deze interventies uit te voeren? Zo ja, wanneer kunt u dit onderzoek uitvoeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Is de beroepsgroep systeemtherapeuten, die gespecialiseerd zijn in het interveniëren bij vechtscheidingen, ook werkzaam bij de bureau’s jeugdzorg?

Antwoord 7

De beroepsgroep systeemtherapeuten is niet als zodanig in dienst bij de bureaus jeugdzorg. Het is wel mogelijk dat systeemtherapeuten bij bureaus jeugdzorg werken, bijvoorbeeld in de functie van gezinsvoogd.

Vraag 8

Welke gegevens zijn er bekend over de wijze waarop een ouderschapsplan wordt op opgesteld en uitgevoerd?

Antwoord 8

Het WODC voert momenteel een onderzoek uit naar effecten van het ouderschapsplan en de uitvoering van het ouderschapsplan in de praktijk. Het onderzoek wordt naar verwachting deze zomer afgerond. Ook lopen bij verschillende universiteiten onderzoeken die inzicht zullen geven in het ouderschapsplan.

Vraag 9

Realiseert u zich dat «vechtscheidende» ouders hulp mislopen, met alle gevolgen voor de kinderen, omdat de behandeling van vechtscheiding zonder psychiatrische diagnose niet meer wordt vergoed?

Antwoord 9

Het CVZ heeft eerder advies uitgebracht dat de hulp voor werk- en relatieproblematiek niet valt onder het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw), omdat hiermee wordt bijgedragen aan de houdbaarheid van het pakket voor geneeskundige GGZ. Dit oordeel heeft de minister zoals eerder op 14 juni 2012 in antwoord op vragen van uw Kamer is aangegeven (Kamerstuknummer 3105) gevolgd.

Mocht sprake zijn van een psychische stoornis, dan kan aanspraak worden gemaakt op (vergoeding van) geestelijke gezondheidszorg.

Vraag 10

Bent u bereid terug te komen op eerdere antwoorden op schriftelijke vragen gesteld over de omvang van de totale maatschappelijke kosten van echtscheiding3, waarin u aangeeft dat een onderzoek naar de omvang van de totale maatschappelijke kosten van echtscheiding in Nederland geen toegevoegde zou hebben? Zo ja, wilt u dan aanvullend onderzoek verrichten naar de sociaaleconomische gevolgen van echtscheiding? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Over het effect van echtscheiding op de overheidsfinanciën geeft het rapport naar sociaal economische gevolgen van echtscheiding van Econovision4 geen directe informatie. Het rapport stelt dat er een relatie is tussen echtscheiding en maatschappelijke kosten, maar dat deze relatie niet noodzakelijkerwijs een oorzakelijke is. Gezien het voorgaande zal nader onderzoek naar de omvang van de totale maatschappelijke kosten van echtscheiding onvoldoende oorzakelijke verbanden kunnen aantonen.


X Noot
1

Volkskrant d.d. 22 mei 2013 en Trouw d.d. 23 mei 2013

X Noot
2

I. Anthonijsz e.a. Relatieondersteunend aanbod Centra voor Jeugd en Gezin, 2010, http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=119826 pag. 105–110

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2083 en vergaderjaar 2012–2013, nr. 1488

X Noot
4

Socio-economic impact of divorce and family breakdown in the Netherlands Indicative analysis of socio-economic consequences. On behalf of Marriage Week Foundation, the Netherlands. www.MarriageWeek.nl. 31 January 2013, EconoVision Rotterdam.

Naar boven