Vragen van het lid Ten Broeke (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het gebruik van chemische wapens in Syrië (ingezonden 20 juni 2013).

Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 juli 2013)

Vraag 1

Bent u bekend met de verklaring van het Witte Huis waarin President Obama vaststelt dat de Syrische president Assad verschillende malen het zenuwgas Sarin zou hebben gebruikt?1 Hoe beoordeelt u deze verklaring? Zijn, voor zover u bekend, nieuwe gegevens naar boven gekomen die dit gewijzigde oordeel van het Witte Huis rechtvaardigen?

Antwoord 1

Deze verklaring is het kabinet bekend. Naar blijkt uit de verklaring is de Amerikaanse regering op basis van eigen onderzoek tot het oordeel gekomen dat het regime-Assad meerdere keren op kleine schaal chemische wapens heeft ingezet. Het Nederlandse kabinet maakt zich ernstig zorgen, nu de aanwijzingen voor het gebruik van chemische wapens zich opstapelen.

Vraag 2

Hoe verhouden de gegevens en bewijzen op basis waarvan de Amerikaanse regering deze verklaring meent te kunnen doen, zich tot de eerdere verklaringen van de Britse regering2 en Franse regering?3

Antwoord 2

De gegevens die ten grondslag liggen aan genoemde verklaringen zijn het kabinet niet bekend en hierdoor kan het kabinet daarover dus geen uitspraken doen.

Vraag 3

Bent u ooit in Europees verband op de hoogte gebracht van deze gegevens en kunt u zeggen hoe u die gegevens beoordeelt?

Antwoord 3

Neen.

Vraag 4

Beschouwt u het inzetten van dergelijke chemische wapens (door welke partij dan ook), net als het Witte Huis, ook als «rode lijn» vanwege de verregaande gevolgen voor inzet daarvan voor de burgerbevolking? Maakt het daarbij uit of deze mogelijk van regeringskant zijn ingezet, dan wel door de rebellen, of de mate waarin deze wapens zijn ingezet?

Antwoord 4

Het gebruik van chemische wapens door wie dan ook is verboden volgens internationaal (gewoonte-)recht. Dat geldt derhalve ook voor Syrië, dat geen partij is bij het Verdrag tegen Chemische Wapens. Syrië is wel partij bij het Geneefs Protocol van 1925, dat het gebruik van strijdgassen verbiedt.

Vraag 5

Is er nog sprake van inzet en onderzoek door de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) te Den Haag, al dan niet in samenwerking met TNO, zoals in april 2013 aangeboden aan Secretaris-Generaal van de VN Ban-Ki Moon bij de conferentie in Den Haag?

Antwoord 5

De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties heeft op 21 maart 2013 besloten een onderzoek naar vermeend gebruik van chemische wapens in te stellen. Experts van de OPCW maken deel uit van het VN-onderzoeksteam. Dit onderzoek zou alle serieuze aantijgingen van het gebruik van chemische wapens dienen te omvatten. Ook Nederland heeft daar per brief aan de SGVN op aangedrongen. De Syrische regering wil het VN-onderzoeksteam echter alleen toegang geven tot de locatie (Khan al-Asal) waar volgens Syrië chemische wapens zijn gebruikt door rebellen. Het kabinet betreurt ten zeerste dat Syrië geen vrije toegang wil verlenen aan het VN-onderzoeksteam.

Naar boven