Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Gemeenten mikpunt van Russische spionage» (ingezonden 9 juli 2013).

Antwoord van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 12 juli 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Gemeenten mikpunt van Russische spionage»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat Nederlandse gemeenten mikpunt zijn van spionageactiviteiten door buitenlandse inlichtingendiensten?

Antwoord 2

Ja, zoals ook in het Jaarverslag 2012 van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) (Kamerstuk 30 977, nr. 52) vermeld staat, zijn Nederlandse overheidsorganisaties doelwit van inlichtingenactiviteiten van buitenlandse mogendheden. In de Kwetsbaarheidsanalyse spionage (Kamerstuk 30 821, nr. 11) wordt informatie uit gegevensbestanden van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) als voorbeeld genoemd van databestanden die op de belangstelling van buitenlandse inlichtingendiensten kunnen rekenen.

Vraag 3

Deelt u de mening van het plaatsvervangend hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) dat ambtenaren zich onvoldoende realiseren dat ze interessante informatie voor buitenlandse geheime diensten in huis hebben?

Antwoord 3

Ja, het blijkt dat ambtenaren zich niet altijd bewust zijn van het feit dat zij, omdat zij bijvoorbeeld toegang hebben tot bepaalde vertrouwelijke informatie, mogelijk een interessant doelwit voor buitenlandse inlichtingendiensten zijn.

Vraag 4

Op welke wijze wordt bij de inrichting van de basisregistratie personen rekening gehouden met de door de AIVD gesignaleerde kwetsbaarheid van de gemeentelijke basisadministratie Persoonsgegevens (GBA)?

Antwoord 4

Voor de inrichting van de basisregistratie personen (BRP) is de beveiliging van gegevens een belangrijk uitgangspunt. Het betreft immers persoonsgegevens. De door de AIVD gemaakte analyses vormen voor het programma «mGBA» een belangrijke bron om de inmiddels voorgenomen maatregelen te toetsen op hun effectiviteit en robuustheid.

Vraag 5

Zijn lokale bestuurders zich voldoende bewust van de noodzaak van informatiebeveiliging? Op welke wijze bevordert u dat bewustzijn?

Antwoord 5

Om het bewustzijn en de kennis over informatieveiligheid bij bestuurders en topmanagers in het openbaar bestuur te verbeteren en te borgen, heb ik de taskforce Bestuur en informatieveiligheid dienstverlening ingericht (Kamerstuk 26 643, nr. 269). Deze taskforce staat de ministeries, uitvoeringsorganisaties, gemeenten, provincies en waterschappen bij bij het verbeteren van hun bewustzijn van informatieveiligheid. De wijze waarop dit bereikt wordt, is door het maken van afspraken met de verschillende overheidslagen, in het kader van een verplichtende zelfregulering voor informatieveiligheid.

Vraag 6

Welke maatregelen neemt u om zowel ambtenaren als politiek verantwoordelijke bestuurders te waarschuwen voor de risico’s van spionage?

Antwoord 6

De AIVD publiceert over spionage om de bewustwording te vergroten. Voorbeelden hiervan zijn de brochures «Spionage in Nederland» en «Digitale Spionage» en de Jaarverslagen van de Dienst. Daarnaast heeft de AIVD bijvoorbeeld bijgedragen aan het Cyber Securitybeeld Nederland 3, dat de minister van Veiligheid en Justitie op 3 juli jl. aan uw Kamer heeft aangeboden. Ook heeft de AIVD, samen met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Handleiding Kwetsbaarheidsanalyse Spionage en een bijbehorende e-learning module ontwikkeld. Deze handleiding bevat een stappenplan voor organisaties om zelf een analyse te maken van de kwetsbaarheid voor spionage. Deze Handleiding kan ook door gemeenten gebruikt worden. Tot slot geeft de AIVD voorlichting aan overheden, bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen over de risico's van spionage en de mogelijkheden om de weerbaarheid te vergroten en verzorgt op verzoek awareness-presentaties.


X Noot
1

Binnenlands Bestuur, 5 juli 2013

Naar boven