Vragen van het lid Dijkhoff (VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over het bericht «2 miljoen Nederlanders slachtoffer identiteitsfraude» (ingezonden 18 juni 2013).

Antwoord van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 12 juli 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «2 miljoen Nederlanders slachtoffer identiteitsfraude»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat honderdduizenden Nederlanders slachtoffer zijn van deze vorm van criminaliteit?

Antwoord 2

Ja. Daarom heb ik in het AO van 10 april j.l. de toezegging gedaan uw Kamer voor het eind van het jaar te berichten over een brede, samenhangende kabinetsvisie met betrekking tot de aanpak van identiteitsfraude waarin met name wordt ingezet op samenhang en samenwerking in de keten om het probleem structureel aan te kunnen pakken. Aan het eind van het jaar zal ik tevens een identiteitsmonitor overleggen. Deze identiteitsmonitor is een middel om op een gestructureerde wijze gedurende een langere periode cijfers te verzamelen en te monitoren ten aanzien van identiteitsfraude.

Vraag 3, 4

Klopt het dat slachtoffers van identiteitsfraude vaak problemen ondervinden met het doen van aangifte en de afwikkeling hiervan?

Deelt u de mening dat de afwikkeling van aangiftes beter moet?

Antwoord 3, 4

In algemene zin valt er nog winst te behalen in het realiseren van een adequaat aangifteproces.

De verbetering van de intake en afhandeling van aangiften is dan ook een van de speerpunten van het beleid van de minister van Veiligheid en Justitie. Hij zal u binnenkort informeren over de voortgang die geboekt is bij het verbeteren van de intake en de dienstverlening en zijn ambities bij de behandeling van de aangiftes bij de politie.

Tijdens het AO is er in Uw Kamer op gewezen dat problemen met de aangifte wellicht ook gelegen zouden kunnen zijn in het ontbreken van de zelfstandige strafbaarstelling. Het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de verbetering van de aanpak van fraude met identiteitsbewijzen en wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met verbetering van de regeling van de identiteitsvaststelling van verdachten en veroordeelden, bevat instrumenten om tegen verschillende vormen van identiteitsfraude op te treden. Tijdens de bespreking van het concept wetsvoorstel in de Tweede Kamer heeft de minister van Veiligheid en Justitie opgemerkt dat het misbruik van identificerende persoonsgegevens meer op één lijn wordt gesteld met misbruik van reisdocumenten en identiteitsbewijzen.

Vraag 5

Wat gaat u doen om het voor slachtoffers makkelijker te maken om de gevolgen van identiteitsfraude te herstellen?

Antwoord 5

Het vervolgonderzoek «Omvang van identiteitsfraude & maatschappelijke schade in Nederland» stelt dat 85% van de slachtoffers tevreden is over de afhandeling van identiteitsfraude en/of foute of onterechte registraties. Zowel het Centraal Meld- en Informatiepunt Identiteitsfraude- en fouten als de Fraudehelpdesk helpen slachtoffers bij alle vormen van identiteitsfraude waarbij het CMI is gespecialiseerd in individuele hulpverlening ingeval van identiteitsfraude terwijl de Fraudehelpdesk het gehele terrein van fraude bestrijkt.

De verdere aanpak omtrent het herstellen van de gevolgen van identiteitsfraude zal onderdeel uitmaken van de kabinetsvisie met betrekking tot identiteitsfraude die, conform de toezegging uit het AO van 10 april jl., voor het eind van het jaar zal worden aangeboden aan uw Kamer.

Naar boven