Vragen van de leden Van Gerven en Kooiman (beiden SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhout (ingezonden 5 juni 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 juli 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2686.

Vraag 1

Kunt u in een tijdslijn aangeven wat er op 3 juni jl. bij het chemiebedrijf ELD in Oosterhout is gebeurd en hoe en op welk moment hier door de veiligheidsdiensten en hulpdiensten is opgetreden?1

Antwoord 1

De brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhout vond plaats op dinsdag 4 juni 2013.

De tijdslijn van de belangrijkste gebeurtenissen vanaf de melding is als volgt:

21.15 u Melding van een explosie en brand in loods 3 van ELD te Oosterhout.

21.17 u Alarmering 2 tankautospuiten, 1 redvoertuig, Officier van Dienst (OVD) -Brandweer, Adviseur Gevaarlijke Stoffen Brandweer en Milieudienst. De inzet van de brandweer was gericht op het voorkomen van uitbreiding en het bestrijden van de brand. Er heeft ook inzet van schuim plaatsgevonden.

21.20 u Opschaling naar zeer grote brand, alarmering OVD-Geneeskundig, OVD-Politie en OVD-Bevolkingszorg en informeren burgemeester.

21.25 u Alarmering drie waarschuwings- en verkenningseenheden. Op basis van de waarnemingen van deze eenheden is vastgesteld dat er geen sprake was van ontoelaatbare en/of onaanvaardbare concentratie van gevaarlijke stoffen in de lucht. Dit is ook mede reden dat de verantwoordelijke officieren van de brandweer het niet noodzakelijk achtten om de sirenes te laten afgaan.

21.29 u Opschaling naar GRIP 1.

21.39 u Alarmering Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen.

21.40 u Opschaling naar GRIP 2.

23.30 u Brand meester.

Voor de communicatietijdslijn wordt verwezen naar het antwoord op vraag 6.

N.B.: Bij de beantwoording van deze en navolgende vragen is ondermeer gebruik gemaakt van de Bestuurlijke verantwoording aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio MWB, Tilburg/Breda, 18 juni 2013.

Vraag 2

Op welk momenten werd opgeschaald naar Grip 1 en Grip 2 en om welke reden?

Antwoord 2

21.29 u Opschaling naar GRIP 1 met als reden de behoefte aan eenhoofdige leiding ter plaatse.

21.40 u Opschaling naar GRIP 2 met als reden een rookwolk die zich uitstrekt boven meerdere woonwijken, zodat effecten zouden kunnen ontstaan in een gebied buiten de brandlocatie.

Vraag 3

Wanneer werd het bedrijf voor het laatst bezocht door de inspectie en wat waren toen de bevindingen?

Antwoord 3

Op 27 november 2012 werd het bedrijf bezocht door de samenwerkende toezichthouders Regionale Milieudienst Midden West Brabant, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Veiligheidsregio Midden en West Brabant (jaarlijkse inspectie in het kader van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999).

Er werden toen 4 overtredingen geconstateerd op het gebied van de arbeidsveiligheid – tekortkomingen bij de identificatie van gevaren en het beoordelen van risico’s en de borging van oefeningen van de bedrijfshulpverleners. Eén overtreding betrof het niet geborgd zijn van het melden van ongewone voorvallen. Laatstgenoemde overtreding is opgeheven. De overige overtredingen moesten opgeheven zijn op 1 juni 2013. Hierop vindt de komende tijd controle plaats.

Vraag 4

Voldeed het bedrijf op het moment van uitbreken van de brand aan alle voorschriften? Was ook de actuele lijst met aanwezige stoffen ter plaatse? Welke stoffen waren dat?

Antwoord 4

Behalve de hierboven vermelde Brzo-inspectie heeft er in 2012 op verschillende momenten zowel aangekondigd als onaangekondigd toezicht plaatsgevonden, onder leiding van het bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op geconstateerde overtredingen vond handhaving plaats.

Op dit moment loopt het onderzoek nog, waardoor het nog onduidelijk is of het bedrijf op het moment van uitbreken van de brand aan alle voorschriften voldeed.

Er was een actuele stoffenlijst aanwezig die tijdens de brand is overhandigd aan de brandweer en vervolgens ook aan de politie. Bij het bedrijf stonden gevaarlijke stoffen van verschillende gevaarcategorieën en stoffen die niet als gevaarlijk zijn ingedeeld. Wat de gevaarlijke stoffen betreft ging het om brandbare vloeistoffen, giftige stoffen, corrosieve stoffen en milieugevaarlijke stoffen. Deze gevaarlijke stoffen lagen volgens de stoffenlijst niet in de betreffende loods die is afgebrand.

Vraag 5

Was er een rampenbestrijdingsplan opgesteld en is conform dat plan gehandeld?

Antwoord 5

Er was een rampbestrijdingsplan opgesteld.

Voor zover van toepassing zijn de rampbestrijdingsprocessen door de hulpverlenende diensten opgestart en uitgevoerd conform het crisisplan van de Veiligheidsregio Midden West Brabant en het rampbestrijdingsplan ELD.

Vraag 6, 7

Hoe en via welke kanalen verliep de communicatie richting omwonenden en kunt u dit in een tijdlijn uitzetten? Verliep dit volgens plan? Is het luchtalarm nu wel of niet afgegaan?

Op welk moment kregen de bewoners benedenwinds zoals in Breda, Zundert en omstreken te horen dat zij ramen en deuren moesten sluiten? Hoe verhoudt zich dat tot het tijdstip dat de rook met giftige stoffen over hen heen trok?

Antwoord 6, 7

Communicatie bij dit soort incidenten is een lokale verantwoordelijkheid. Bij deze brand is de communicatie richting bevolking verlopen via de perswoordvoering en de twitteraccounts van brandweer, politie en gemeente Oosterhout. De sirene (het WAS: Waarschuwing- en AlarmeringSysteem) is niet afgegaan. De verantwoordelijke officieren van de brandweer achtten dit op grond van de bedrijfsinformatie (geen gevaarlijke stoffen in de brandende loods) en de meetresultaten niet noodzakelijk.

De lokale autoriteiten hebben aangegeven dat de alarmering van de regionale en lokale crisisorganisatie conform vastgestelde procedures is verlopen. Dit geldt eveneens voor de taakorganisatie crisiscommunicatie van de gemeente Oosterhout. De communicatie richting inwoners van het effectgebied had echter volgens de lokale autoriteiten met meer centrale regie en inhoudelijke duidelijkheid over de feitelijke situatie plaats moeten vinden.

Ter toelichting hierbij de volgende informatie over de communicatie richting bevolking en media:

  • Om 21.22 u en 21.32 u bericht de brandweer via Twitter dat er een zeer grote brand woedt bij een verwerker van chemische producten – het bedrijf ELD, dat er opgeschaald is naar GRIP 1 en dat de woordvoering via de politie loopt.

  • Tussen 21.30 u en 22.26 u heeft de voorlichter COPI (Commando Plaats Incident) contact met meerdere media (ANP, RTL, Omroep Brabant) en geeft aan dat er sprake is van een zeer grote brand na explosie, zeer veel rookontwikkeling en dat het altijd verstandig is ramen en deuren te sluiten.

  • Om 22.00 u melden Omroep Brabant en de NOS dat het altijd verstandig is ramen en deuren te sluiten uit voorzorg. Dit stond ook op Teletekst.

  • Vanaf 22.22 u bericht de gemeente Oosterhout over de brand bij ELD, waarbij zij via haar website voor nadere informatie verwijst naar de politie.

  • Om 23.02 u wordt door de Politie Breda via Twitter bericht dat bewoners uit voorzorg ramen en deuren gesloten moeten houden. Om respectievelijk 23.05 u en 23.11 u wordt dit bericht ook door de gemeente Oosterhout en de brandweer Midden- en West-Brabant via Twitter verspreid. Op de website van de gemeente Oosterhout verschijnt dit bericht om 23.10 uur.

  • Om 23.14 u meldt de Politie Breda dat de sirenes niet zijn afgegaan. Dit bericht wordt vrijwel onmiddellijk doorgeplaatst op Twitter door de gemeente Oosterhout en de Brandweer Midden en West-Brabant. Op de website van de gemeente Oosterhout wordt dit bericht niet gemeld.

  • Om 23.33 u bericht de politie Breda via Twitter «brand meester».

  • Om 23.52 u NL Alert bericht verzonden.

  • Om 01.37 u meldt de COPI voorlichter aan de pers en via Twitter dat ramen en deuren sluiten niet meer nodig is.

Vraag 8

Waarom is ook nu weer bericht dat er geen gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen?

Antwoord 8

De lokale autoriteiten hebben mij hierover de volgende informatie verschaft:

  • Volgens de vergunning en de stoffenlijst waren er in loods 3 geen gevaarlijke stoffen opgeslagen.

  • Bij aankomst van de brandweer bij EDL heeft de functionaris van het bedrijf direct de gegevens beschikbaar gesteld welke stoffen op welke plaatsen bij het bedrijf waren opgeslagen. De brandweer heeft feitelijk vastgesteld dat die gegevens voor wat betreft loods 3 betrouwbaar waren.

  • De rookpluim bevond zich hoog in de lucht, niet op leefniveau.

  • De brandweer is terstond begonnen met metingen op 6 punten. Daarnaast is er door de brandweer ook contact gelegd met het Beleidsondersteunend team milieu incidenten (Bot-mi) en gezamenlijk is geconcludeerd dat er geen aanvullende metingen noodzakelijk waren.

De ervaring leert dat communiceren over brand en gevaarlijke stoffen lastig is. Rook is immers altijd schadelijk, maar de mate (de dichtheid van de rook) en duur van de blootstelling zijn hierbij bepalend. De brandweer en GGD Groningen hebben samen een praktische campagne gemaakt om uit te leggen wat je moet doen als er brand in de buurt is. Verder heeft de Minister van VWS in juni de handreiking «Communicatie over gevaarlijke stoffen» laten publiceren op www.rivm.nl, voor lokale bestuurders en hun communicatieadviseurs. Via mijn ministerie zullen de bovengenoemde publicaties eveneens actief onder de aandacht worden gebracht van bestuurders en hulpverleners.

Naar boven