Vragen van het lid Verhoeven (D66) aan de ministers van Infrastructuur en Milieu en
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de NS die in een brief aan haar
leveranciers te kennen geeft dat ze 3 maanden moeten gaan wachten op hun geld (ingezonden
20 juli 2012).
Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu),
mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ontvangen 15 oktober
2012).
Vraag 1, 2, 3, 4
Bent u bekend met de brief van NS Stations Retailbedrijf BV van 26 juni 2012 waarin
zij hun relaties vertellen dat ze «door de economische tegenwind» genoodzaakt zijn
de betalingstermijn te wijzigen naar «het internationaal aanvaarde niveau van 90 dagen»
en dat als de relaties hun geld eerder willen krijgen, zij akkoord moeten gaan met
een korting van 4% op de factuurprijs? (onderhands aan bewindspersoon verstrekt)
Welke mogelijkheden ziet u voor bedrijven uit het Midden- en Kleinbedrijf (MKB), die
leveren aan een bedrijf als NS, om hier niet mee akkoord te gaan?
Wat denkt u dat het effect is op de verschillende kleine bedrijven, die leveren aan
het Retailbedrijf, gezien ook de huidige situatie waarin het voor het MKB lastig is
om aan krediet te komen?
Wat is uw beleidsmatige reactie op deze eenzijdige actie van de NS, die met name kleine
bedrijven dupeert?
Antwoord 1, 2, 3, 4
Ja, ik ken deze brief.
NS heeft deze brief inmiddels ingetrokken, zoals blijkt uit onderstaande reactie:
«De brief die vanuit het Retailbedrijf van NS Stations is verstuurd naar haar leveranciers
over een mogelijke wijziging in de betalingstermijn schept onduidelijkheid. Hoe deze
brief tot stand is gekomen houden we nader tegen het licht.
Ter verduidelijking; Volgens de algemene inkoopvoorwaarden van NS geldt een betalingstermijn
van 30 dagen. Daar houden we ons aan. We zullen de aangeschreven leveranciers hiervan
op de hoogte stellen.»
Hiermee is er geen sprake van (schadelijke) effecten voor het Midden- en Kleinbedrijf.
Vraag 5
Gaat u, als enig aandeelhouder van NS, de NS hierop aanspreken?
Antwoord 5
De minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie zijn beide geen aandeelhouder van NS. Namens de Staat is de minister
van Financiën de enig aandeelhouder van NS. Het ministerie van Financiën is van mening
dat zij dit niet aan de orde zal stellen, aangezien dit niets met het aandeelhouderschap
te maken heeft.
Zie verder mijn antwoord op vraag 1 t/m 4.
Vraag 6
Gaat de NS als overheidsbedrijf, na definitieve aanname door de Eerste Kamer van de
Wet Implementatie van de Richtlijn Late Betalingen, ook onder het 30-dagen maximum
vallen? Zo ja, hoe gaat u dit handhaven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In de Wet Implementatie van de Richtlijn Late Betalingen is aangesloten bij de definitie
van «aanbestedende diensten» in Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 31 maart 2004. De NS valt niet onder deze definitie, waardoor de Wet Implementatie
van de Richtlijn Late Betalingen niet van toepassing is op de NS. Dit zou overigens
nog steeds geen ruimte laten voor het hanteren van een betaaltermijn van 90 dagen.
In het verkeer tussen private ondernemingen is 30 dagen de norm en kan alleen tot
60 dagen in vrijheid gecontracteerd worden. Aan deze grens zal de NS zich in ieder
geval moeten houden, ook zonder dat de Rijksoverheid vanuit haar rol als aandeelhouder
ingrijpt. Blijkens de toezegging van NS met verwijzing naar de algemene inkoopvoorwaarden
wordt de normtermijn van 30 dagen gehandhaafd.
Overigens regelt de Wet Implementatie van de Richtlijn Late Betalingen dat leveranciers,
onder verwijzing naar de Wet Implementatie van de Richtlijn Late Betalingen, kunnen
protesteren tegen initiatieven om voorwaarden te wijzigen op een manier die in strijd
is met de regels. Ook is de mogelijkheid opgenomen dat vertegenwoordigende lichamen,
zoals brancheorganisaties, namens bedrijven een zaak aanhangig maken bij de rechter
of bij de bevoegde administratieve instantie.