Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de
administratieve detentie van Ahmad Qatamesh door Israël (ingezonden 2 mei 2013).
Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 juli 2013).
Vraag 1
Kent u het bericht van Amnesty International «Israel release Palestinian prisoner
of conscience and end the arbitraty detention of hundreds of other Palestinians»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de Israëlische autoriteiten de administratieve detentie van
schrijver en wetenschapper Ahmad Qatamesh opnieuw hebben verlengd en dat hij nu al
meer dan twee jaar is opgesloten zonder dat hij van een strafbaar feit is beschuldigd
of voor de rechter is gebracht? Indien nee, wat zijn dan de feiten?
Antwoord 2
Ja, deze feiten zijn correct. Ahmad Qatamesh werd op 11 maart 2011 gedetineerd. Recentelijk
is zijn gevangenschap met zes maanden verlengd.
Vraag 3
Deelt u de opvatting van Amnesty International dat Ahmad Qatamesh een gewetensgevangene
is die enkel voor het vreedzaam verkondigen van zijn niet-gewelddadige politieke opvattingen
gevangen wordt gehouden? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 3
Voor het geven van een afgewogen oordeel hierover is onvoldoende informatie beschikbaar.
Dit neemt niet weg dat het kabinet van mening is dat de detentie in overeenstemming
dient te zijn met het internationaal recht.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de gezondheid van Ahmad Qatamesh de laatste tijd achteruit is
gegaan, maar dat hij geen onafhankelijke arts kan raadplegen? Indien neen, wat zijn
dan de feiten? Indien ja, deelt u de opvatting van Amnesty International dat dit ingaat
tegen door de VN vastgestelde standaarden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Volgens het Palestijnse ministerie van Gevangenen Zaken is de gezondheid van Qatamesh
de laatste tijd verslechterd. In het algemeen geldt op basis van het humanitair oorlogsrecht
dat in administratieve detentie geplaatste personen te allen tijde humaan dienen te
worden behandeld en dat de geneeskundige zorg dient te worden verschaft die noodzakelijk
is voor de gezondheidstoestand. Dit geldt ook voor de behandeling van Qatamesh.
Vraag 5
Is het waar dat Ahmad Qatamesh begin 2013 van de Ofer gevangenis op de bezette Westoever
is verplaatst naar de Ramon gevangenis in het zuiden van Israël en dat het voor familieleden
hierdoor veel moeilijker is geworden om hem te bezoeken? Indien nee, wat zijn dan
de feiten?
Vraag 6
Acht u het overbrenging van Ahmad Qatamesh naar Ramon een schending van het Vierde
Verdrag van Genève? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 6
Op basis van het Vierde Verdrag van Genève mogen personen in administratieve detentie
niet worden overgebracht of gedeporteerd naar het grondgebied van de bezettende mogendheid.
Met de overbrenging van Ahmad Qatamesh van de Ofer gevangenis op de Westoever naar
de Ramon gevangenis in Israël lijkt dan ook sprake te zijn van een schending van het
humanitair oorlogsrecht.
Vraag 7
Bent u bereid de Israëlische regering op te roepen Ahmad Qatamesh onmiddellijk en
onvoorwaardelijk vrij te laten en in EU verband aandacht voor deze zaak te vragen?
Indien nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet is van mening dat de situatie van de Palestijnse gevangenen in Israëlische
detentie prominente aandacht verdient. De situatie wordt door Nederland en de EU nauwgezet
gevolgd en geregeld opgebracht in contacten met de Israëlische regering.
Vraag 8
Bent u bereid Israël op te roepen het gebruik van administratieve detentie stop te
zetten en alle administratieve gevangenen vrij te laten of hen voor een herkenbaar
strafbaar feit te berechten volgens internationale regels voor een eerlijk proces?
Indien nee, waarom niet?
Antwoord 8
Op basis van het humanitair oorlogsrecht is detentie om dwingende redenen van veiligheid,
zonder dat dit samenhangt met een strafrechtelijk proces, geoorloofd als een uitzonderlijke
maatregel. Een dergelijke detentie dient conform internationaalrechtelijke waarborgen
te worden uitgevoerd, zonder willekeur. Nederland en de EU dringen aan op strikte
naleving van deze waarborgen.
Zie ook de antwoorden op vragen gesteld door de leden Bonis, Van Bommel, Sjoerdsma
en Van Ojik over Palestijnse gevangenen in Israëlische detentie, ingezonden op 11 maart
2012 met kenmerk 2013Z04752.