Vragen van de leden Van Klaveren, Bontes en Helder (allen PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Nederlandse politie als islamitische huwelijksbemiddelaar (ingezonden 15 mei 2013).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 juli 2013), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2453.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Politie hielp minderjarigen met islamitisch huwelijk»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 5

In hoeverre klopt het dat de politie en de subsidie-ontvangende organisatie Fier Fryslân hebben bemiddeld in de sluiting van een islamitisch huwelijk tussen minderjarigen? Hoeveel uren politie-inzet heeft dit gekost?

Op welke wijze gaat u zowel de politie als Fier Fryslân aanpakken voor het meewerken aan het illegale islamitische huwelijk? Hoe gaat u voorkomen dat organisaties in Nederland ooit nog buigen voor de islamitische dreiging met eergerelateerd geweld?

Antwoord 2, 5

Dit klopt niet. Op basis van het bij Fier Fryslân opgevraagde feitenrelaas en het bij de politie opgevraagde ambtsbericht blijkt dat beide organisaties niet hebben meegewerkt aan een religieus huwelijk van een minderjarige. De politie heeft gezorgd voor de veiligheid van betrokkene. Zodra de veiligheid niet meer in het geding leek, heeft de politie zich teruggetrokken.

Zie verder ook het persbericht van Fier Fryslân in bijlage 1.

Vraag 3

Hoeveel islamitische huwelijken worden er jaarlijks in Nederland gesloten? Kunt u aangeven wat de achtergrond is van vrouwen die in Nederland te maken hebben met gedwongen huwelijken?

Antwoord 3

Er zijn geen data beschikbaar over aantallen islamitische huwelijken in Nederland en over de achtergrond van vrouwen die in Nederland te maken hebben met gedwongen huwelijken.

Huwelijksdwang komt voor in verschillende – vooral gesloten – gemeenschappen. De slachtoffers van huwelijksdwang zijn meestal meisjes, maar hebben een divers profiel: jong, oud, man, vrouw, al dan niet met een lichamelijke of verstandelijke beperking, en een homoseksuele of heteroseksuele voorkeur.

Vraag 4

Erkent u, gezien het feit dat 95% van de personen die in Nederland betrokken is bij eergereleteerd geweld een islamitische achtergrond heeft, de relatie tussen de islam en deze vorm van geweld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Uit onderzoek naar eergerelateerd geweld blijkt dat eercodes cultureel zijn ingegeven en niet religieus. Daarentegen bestaat er eveneens een verband tussen traditionele familieculturen en het vóórkomen van eergerelateerd geweld. Dergelijke familieculturen bestaan in een groot deel van de wereld, ongeacht de aldaar overheersende religie. De gemeenschappen in Nederland waar fenomenen als eergerelateerd geweld en eerwraak zich voordoen kenmerken zich niet door een islamitische maar door een specifieke culturele achtergrond.

Vraag 6

Op welke termijn worden de personen die dreigden met eerwraak opgepakt en strafrechtelijk vervolgd?

Antwoord 6

Nadat aangifte is gedaan van bedreiging, is er tussen de politie en de officier van justitie mondeling overlegd. Er is besproken wat voor de potentiële slachtoffers een zo positief mogelijke uitkomst zou kunnen bieden. Mede gelet op de aard van de bedreiging, is gekozen voor bemiddeling. Om deze bemiddeling een gerede kans van slagen te bieden en niet in gevaar te brengen door de eventuele negatieve effecten die een strafrechtelijke vervolging met zich mee zou kunnen brengen, is daarbij vanuit het Openbaar Ministerie besloten strafrechtelijke vervolging aan te houden. Tijdens de bemiddeling werd overeenstemming bereikt tussen het meisje en de familie. Een minderjarig (islamitsich) huwelijk maakte daar geen deel van uit. Gezien de uitkomst van deze bemiddeling acht het Openbaar Ministerie het niet opportuun om het ingestelde strafrechtelijk onderzoek te vervolgen.

Vraag 7

In hoeverre deelt u de visie dat daders van eergerelateerd geweld/eerwraak na hun straf, waar mogelijk, gedenaturaliseerd en uitgezet dienen te worden?

Antwoord 7

De doelstelling van het Nederlands sanctiebeleid is om daders een passende straf te geven. De Rijkswet op het Nederlanderschap bevat geen bepaling op grond waarvan intrekking van het Nederlanderschap wegens de door u gestelde aspecten mogelijk is. Het is aan de rechter om per zaak de passende straf voor de dader te bepalen.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Yücel (PvdA), ingezonden 15 mei 2013 (vraagnummer 2013Z09446).

Naar boven