Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de wettelijke problemen rond de vervolging van internetoplichting (ingezonden 6 juni 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 juni 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Internetklant is vogelvrij, niets leveren na betaling blijkt niet strafbaar»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, d.d. 29 april 2013?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Zou strafrechtelijke vervolging van de betrokken «verkoper» wel mogelijk zijn geweest als hij zich bediend zou hebben van een valse naam of van namen bij de door hem gebruikte bankrekeningen?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat civiele procedures van iedere individuele gedupeerde, in dit geval 20 personen, zoveel mogelijk worden voorkomen en dat het praktischer is dat de gedupeerden zich kunnen voegen in een strafzaak?

Antwoord 4

Het is niet zonder meer wenselijk dat zakelijke conflicten vanuit het civielrecht overgaan naar het strafrecht. De vraag welk rechtsstelsel het meest is aangewezen voor de probleemoplossing in een concreet geval wordt in de eerste plaats bepaald door de aard van het geval, niet door het aantal betrokkenen. In gevallen zoals het onderhavige, waarbij een handelaar de gemaakte afspraken niet nakomt maar wel onder eigen naam handelde, is een civielrechtelijke aanpak praktisch goed mogelijk en ligt ook het meest voor de hand. Gedupeerden kunnen er daarbij om praktische of economische redenen voor kiezen om zich te organiseren en collectief de betreffende wederpartij civielrechtelijk aansprakelijk te stellen. Hoewel het praktischer kan lijken dat gedupeerden zich in dergelijke gevallen kunnen voegen in een strafzaak, heeft dit als nadeel dat hiermee de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen bij het aangaan van transacties als deze op de achtergrond raakt.

Vraag 5, 6

Erkent u dat er blijkens de hierbovenbedoelde uitspraak wettelijke problemen zijn bij de vervolging van activiteiten die gericht zijn op het belazeren van kopers op internet terwijl de verkoper niet van plan is zich aan zijn verplichtingen te houden? Acht u dit soort activiteiten, die met de groei van internet verder zullen toenemen, ook strafrechtelijk vervolgbaar? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?

Deelt u de mening dat door een relatief eenvoudige wetswijziging deze problematiek kan worden opgelost? Bent u bereid een degelijke wetswijziging ook te realiseren?

Antwoord 5, 6

Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 3, 4 en 5 van het lid Recourt over oplichting bij Marktplaats (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2711).


X Noot
1

Telegraaf 31 mei 2013

X Noot
2

LJN BZ 9266

Naar boven