Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over een nadere onderbouwing van de gemaakte keuzes met betrekking tot de bezuinigingen in de tbs-sector (ingezonden 18 juni 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 juni 2013).

Vraag 1

Is het waar dat de cijfers die in uw brief van 11 juni 2013 worden genoemd met betrekking tot resocialisatie, waaruit zou blijken dat FPC Veldzicht en FPC Oldenkotte het meest in aanmerking zouden komen voor sluiting, niet nader inzichtelijk zijn voor de klinieken die het betreft en de onderbouwing hiervan op verzoek niet wordt gegeven? Kan de onderbouwing van deze cijfers alsnog gegeven worden?1

Antwoord 1

Bij brief van 11 juni 2013 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer heb ik een toelichting gegeven op de achterliggende informatie ten aanzien van onder meer de weging van de criteria voor de sluiting van FPC’s in de forensische zorg en de uitkomsten van die weging. De brief is openbaar en de informatie is bekend bij de betreffende klinieken. Daarnaast zijn aan de te sluiten FPC’s in begin mei al cijfers met betrekking tot de uitkomst van het resocialisatiecriterium voor de eigen instelling overhandigd en is een nadere toelichting hierop gegeven.

Vraag 2

  • a) Kan eveneens nader toegelicht worden hoe de gebouwelijke frictiekosten zijn opgebouwd?

  • b) Hoe kan het dat de genoemde bedragen in de tabel in uw brief volgens de klinieken zelf niet juist zijn?

Antwoord 2

  • a) De opbouw van de gebouwelijke frictiekosten verschilt tussen de rijks en particuliere inrichtingen.

    • Particulier:

      Voor de bepaling van de gebouwelijke frictiekosten bij een particuliere inrichting is de boekwaarde van de gebouwen, verbouwingen en installaties per ultimo 2014 bepaald. De berekening is gebaseerd o.b.v. de stand per ultimo 2011 plus de verwachte afschrijvingen in de jaren waarin de inrichting nog open blijft. Hierop wordt in mindering gebracht het deel dat middels bouwsubsidie door DJI is gefinancierd. Voorts wordt een correctie toegepast indien in de balans een onderhoudsvoorziening voor de gebouwen aanwezig is. De voorziening is gevormd uit de door DJI verstrekte exploitatiesubsidies in het verleden.

    • Rijks:

      Voor de bepaling van de gebouwelijke frictiekosten bij een rijksinrichting is een indicatieve opgave van de Rijksgebouwendienst (RGD) opgevraagd. Bij afstoot van panden door de DJI wordt door de RGD een afkoopsom van de lopende huurcontracten in rekening gebracht.

  • b) De klinieken hebben de frictiekosten op een andere wijze berekend dan DJI.

    • FPC Oldenkotte is in haar berekening uitgegaan van de OZB-waarde van het vastgoed. Zoals hierboven geschetst dient bij de bepaling van de frictiekosten bij een particuliere inrichting niet uitgegaan te worden van de OZB-waarde, maar van de boekwaarde van de gebouwen, verbouwingen en installaties. De OZB-waarde zegt niets over de wijze waarop het vastgoed door het ministerie is gefinancierd en welk bedrag het ministerie aan de inrichting verschuldigd is.

    • FPC Veldzicht is in haar berekening uitgegaan van drie jaar huur doorbetaling. Zoals aangegeven is het echter gebruikelijk dat bij het afstoten van een pand naar de RGD, een afkoopsom in rekening wordt gebracht aan de DJI waarna er geen huurverplichting meer is.

Vraag 3

Zijn de cijfers over de arbeidsmarkt in de regio niet te optimistisch voorgespiegeld, gelet op het feit dat naast elkaar gelegen regio’s hard worden getroffen door de sluitingen van inrichtingen en klinieken? Hoe luiden deze cijfers op het moment dat u deze voorgenomen sluitingen doorzet?

Antwoord 3

Ik hecht aan een zorgvuldige afweging. Het criterium werkgelegenheid is daarom in samenhang met de andere sectoren bekeken. De FPC’s Veldzicht en Oldenkotte liggen volgens de UWV-prognose 2013 niet in gebieden met een dusdanig ernstig werkgelegenheidsprobleem dat sluiting in deze gebieden om die reden vermeden moet worden. Er is in het Masterplan van 22 maart jl. uitgegaan van de UVW-arbeidsmarktprognose 2013. De meest recente prognose van het UWV (2014) laat een veel somberder beeld zien voor heel Nederland. De werkgelegenheids-problematiek is in bijna alle gebieden van Nederland groot. Deze nieuwe prognose leidt dan ook niet tot een andere uitkomst op dit criterium.

Vraag 4

Wat is uw inschatting met betrekking tot de gemiddelde extra behandelduur van patiënten die vanuit FPC Oldenkotte en FPC Veldzicht zouden moeten worden overgeplaatst? Wat betekent deze verhoging van de behandelduur bij deze patiënten voor uw voornemen om volgend jaar en de jaren daarna tot een jaarlijkse behandelduurverkorting over de hele sector te komen van een half jaar? Indien u van mening bent ook maar enige vertraging voor de behandelduur van de over te plaatsen patiënten te willen voorkomen, hetgeen volgens velen een illusie is, wat is dan hiervoor concreet het plan?

Antwoord 4

Bij de overplaatsing van patiënten uit de te sluiten fpc’s zijn alle inspanningen er op gericht een eventuele vertraging in de behandeling zoveel mogelijk te beperken. Er wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met de fase van behandeling en verlof waarin de patiënt zich bevindt. Zoals afgesproken in het convenant wordt de behandelduur in de tbs teruggebracht naar gemiddeld acht jaar. Eventuele nadelige effecten van de overplaatsing van patiënten uit de te sluiten fpc’s worden meegenomen in de metingen van de gemiddelde behandelduur.


X Noot
1

Brief naar aanleiding van toezeggingen in het debat over het Masterplan DJI d.d. 6 juni jl.

Naar boven