Vragen van het lid Klever (PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over de vertrekbonus van de bestuursvoorzitter VUmc (VUmedisch centrum) (ingezonden
30 mei 2013).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 juni
2013)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Vier ton voor opgestapte bestuurder VUmc»?1
Antwoord 1
Mijn reactie was dat het goed is dat dit kabinet de Wnt (wet normering topinkomens)
per 1 januari 2013 in werking heeft laten treden. Op termijn zal daardoor dit soort
casuïstiek niet meer aan de orde kunnen zijn.
Vraag 2
Wat is uw mening over de hoogte van deze vertrekbonus? Deelt u de mening dat dit een
schandalige vertrekbonus is?
Antwoord 2
De vertrekbonus is hoger dan hetgeen in de Wnt nu op dit punt aan normering is geregeld.
Van het VUmc begreep ik dat deze bonus voortvloeit uit afspraken die in 1999 zijn
gemaakt bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de bestuurder. De afspraak
dateert dus van 13 jaar geleden. Toen werd er anders gedacht over vertrekregelingen
dan nu. In de sector UMC’s gold toen ook een bovenwettelijke regeling voor werkloosheid
waarin de duur van de uitkering werd bepaald door leeftijd en diensttijd. Wat betreft
die bepalende factoren is er in deze casus sprake van een hoge score, dus van een
relatief lange duur. Het bedrag komt echter uit, ruim onder het bedrag waarop hij
recht zou hebben gehad wanneer de kantonrechtersformule toegepast had moeten worden.
Vraag 3
Is het waar dat de Inspectie geen vertrouwen had in deze bestuurder, dat de patiëntveiligheid
onder zijn bestuur gevaar liep, en de Inspectie het VUmc daarom onder verscherpt toezicht
stelde?
Antwoord 3
Op 21 augustus 2012 heeft de IGZ het VUmc onder Verscherpt Toezicht gesteld, nadat
bleek dat de raad van bestuur van het VUmc de IGZ onjuist had geïnformeerd inzake
een conflict tussen medisch specialisten. De inspectie stelde daarop geen vertrouwen
meer te hebben in het handelen van de bestuurder van het VUmc en concludeerde dat
de raad van bestuur onvoldoende doordrongen was van de consequenties van de samenwerkingsproblemen
voor patiëntveiligheid.
Vraag 4
Vindt u dat wanbestuur op deze wijze beloond moet worden?
Antwoord 4
Ik constateer dat de vertrekregeling is uitgevoerd conform de afspraken die in het
verleden zijn gemaakt, vóór inwerkingtreding van de Wnt, en dat de regeling duurder
was uitgepakt wanneer de kantonrechtersformule zou zijn gevolgd.
Vraag 5
Ziet u mogelijkheden om deze vertrekbonus terug te vorderen?
Antwoord 5
Ik heb daar geen enkele juridische titel voor. De werkgever, het VUmc, ook niet. Hier
is sprake van eenzelfde situatie als waar de staatssecretaris van VWS op 6 juni jl.
vragen over heeft beantwoord van de leden Heijnen en Otwin van Dijk (2013Z08651). Ook daarin is de terugvorderingsvraag ontkennend beantwoord.
Vraag 6
Wanneer komt er een openbare zwarte lijst voor wanbestuurders in de zorg?
Antwoord 6
Het is de verantwoordelijkheid van toezichthouders van zorginstellingen om te zorgen
dat zij goede bestuurders aanstellen. Ik ben daarom van plan de toezichthouders nadrukkelijk
een plicht op te leggen om zich ervan te vergewissen dat zij een bestuurder aanstellen
die capabel is. Ik wil hen daarbij ondersteunen door het overleggen van een verklaring
omtrent het gedrag verplicht te stellen voor bestuurders. De Nederlandse vereniging
van bestuurders in de zorg (NVZD) werkt daarnaast zelf aan een accreditatiesysteem
waarmee toezichthouders inzicht krijgen in welke bestuurders capabel geacht worden.
Ik acht het opzetten van een zwarte lijst daarom niet opportuun.
Vraag 7
Deelt u de mening dat wanbestuurders persoonlijk aansprakelijk gesteld moeten kunnen
worden?
Antwoord 7
Die mening deel ik. Dat is ook al mogelijk op basis van het Burgerlijk Wetboek, Boek
2 artikel 9.
Ik ben voornemens om ook toezichthouders expliciet onder de werking van dat artikel
te laten vallen.
Vraag 8
Kunt u de aanpak van wanbestuurders toelichten in de governancebrief die de Kamer
voor de zomer mag verwachten?
Antwoord 8
In de governancebrief die ik u na de zomer toestuur zal ik onder andere ingaan op
hoe ik bestuurders, die bijvoorbeeld de kwaliteit niet op orde hebben, aan wil pakken.