Vragen van de leden Monasch (PvdA) en Jasper van Dijk (SP) aan de ministers voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over
de toekomst van het Tropenmuseum (ingezonden 23 mei 2013).
Antwoord van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 17 juni 2013).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Lot Tropenmuseum is ongewis»?1
Vraag 2
Is de toekomst van dit wereldwijd vermaarde museum met 180.000 bezoekers per jaar
inderdaad in gevaar? Zo nee, wat is dan de situatie? Zo ja, wat is hierover uw oordeel?
Antwoord 2
Het Tropenmuseum (TM) is zoals bekend onderdeel van het Koninklijk Instituut voor
de Tropen (KIT). Per besluit van 6 juli 2011 heeft de toenmalig Staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken, in het kader van de toegenomen focus van het OS-beleid en de voorgenomen
bezuinigingen, aan het KIT bekendgemaakt de subsidie voor outputfinanciering na 2011
niet meer te zullen verlengen. Om de gevolgen voor het beëindigen van de subsidierelatie
op te vangen is daarbij voor 2012 een bedrag van € 22 miljoen toegekend. Dat besluit
staat na het doorlopen van een beroepsprocedure bij de rechtbank in rechte vast.
Staatssecretaris Knapen besloot in november 2012 om het KIT voor 2013 nog eenmalig
een bijdrage van € 15,3 miljoen voor het transitieproces te verlenen. Overleg tussen
betrokkenen over de situatie na 2013 is gaande.
Vraag 3
Is het waar dat 90 arbeidsplaatsen verdwijnen bij het Koninklijk Instituut voor de
Tropen (KIT) en dat de grootste klappen vallen bij het Tropenmuseum en bij de bibliotheek?
Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de activiteiten van het museum en voor de toekomstplannen
die er bestaan ten aanzien van het museum?
Antwoord 3
Het KIT heeft besloten, in het licht van de opgelegde bezuinigingen, 90 medewerkers
te ontslaan. De verantwoordelijkheid voor de verdeling van de bezuinigingen over de
verschillende afdelingen ligt bij het KIT.
Vraag 4
Wat is de visie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen voor het voortbestaan
van het Tropenmuseum, zoals neergelegd in het toekomstscenario voor 2013 t/m 2015?
Hoe passen de huidige bezuinigingsmaatregelen in dit plan?
Antwoord 4
De visie van het KIT op het voortbestaan van het Tropenmuseum is uiteraard de verantwoordelijkheid
van het KIT. Dit geldt ook voor de verdeling van de bezuinigingen over de verschillende
afdelingen.
Vraag 5
Welke afspraken zijn er met het KIT gemaakt bij de toekenning van financiering voor
2013 over de financiering ná 2013? Welk deel van de financiering voor 2013 is bestemd
voor het beheer en de openstelling van het museum?
Antwoord 5
Zoals gesteld onder het antwoord op vraag 2 heeft het vorige kabinet besloten om nog
éénmalig een bedrag van € 15,3 mln voor het transitieproces toe te kennen voor 2013;
voor het Tropenmuseum is hiervan € 7,5 mln geoormerkt. Bij de toekenning is aangegeven
dat verdere frictiekosten door het KIT worden gedragen en dat het KIT, als andere
organisaties, kan inschrijven op subsidietenders en aanbestedingen van het ministerie
van Buitenlandse Zaken.
Vraag 6
Op welke wijze zijn uw ministeries betrokken bij de toekomst van het Tropenmuseum?
Welke ontwikkeling is er in de samenvoeging of samenwerking tussen het Tropenmuseum,
het Rijksmuseum Volkenkunde en het Afrika Museum?
Antwoord 6
Beide ministeries hebben in 2011 het KIT verzocht om samen met het Rijksmuseum Volkenkunde
en het Afrika Museum een plan voor museale samenwerking op te stellen. In 2012 hebben
de drie musea een Letter of Intent ondertekend met als doel tot samenwerking en integratie
te komen tussen de drie musea. Het is hen toen niet gelukt een gemeenschappelijk en
financieel haalbaar plan op te stellen. Gesprekken tussen het KIT en de betrokken
ministeries (vanuit de respectievelijke verantwoordelijkheden) zijn nog gaande, maar
de eindverantwoordelijkheid voor een dergelijk plan ligt uiteraard bij het KIT.
Vraag 7
Door welk ministerie zou toekomstige financiering van het Tropenmuseum naar uw mening
gedragen moeten worden? Hoe wilt u gezamenlijk bijdragen aan een bestendige financiële
toekomst van het Tropenmuseum?
Antwoord 7
De financiering van het Tropenmuseum is na 2013 niet meer een kerntaak van het ministerie
van Buitenlandse Zaken. Overleg tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de gemeente Amsterdam is gaande.
X Noot
1Volkskrant, 18 mei 2013