Vragen van het lid De Rouwe (CDA) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het rapport «Schaatsaccommodatie voor de topsport» (ingezonden 29 mei 2013).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 12 juni 2013)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport «Schaatsaccommodatie voor de topsport»1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat het Rijk een bijdrage van 200 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld aan Almere en dat Icedome hiervan in de exploitatie zal profiteren?

Antwoord 2

Nee, dit klopt niet.

Vraag 3

Is de in het rapport genoemde bijdrage van 200 miljoen euro of een deel daarvan, beschikbaar voor de financiering van het project en of de subsidiëring van topsportevenementen? En zo ja, hoeveel? Zo nee, op basis waarvan kan de gemeente hier dan op anticiperen in het rapport?

Antwoord 3

Nee, er is geen bijdrage beschikbaar gesteld voor de financiering van het project en of de subsidiëring van topsportevenementen. Mogelijk anticipeert de gemeente op inbreng van de opbrengst van de rijksgronden, waarover in het Integraal Afsprakenkader (IAK) Almere d.d. 29 januari 2010 een principe-afspraak is gemaakt.

Vraag 4

Klopt het dat het hier gaat om de gelden voor het Rijk-Regioprogramma Almere-Amsterdam-Markermeer (RRAAM) of één van de andere IJmeerprojecten? Zo nee, kunt u aangeven om welke gelden het dan precies gaat?

Antwoord 4

Zie antwoord vraag 3.

Vraag 5

Heeft het Rijk toezeggingen gedaan over eventuele ondersteuning waarvan de Icedome in de exploitatie zal profiteren? Zo ja, welke?

Antwoord 5

Nee.

Vraag 6

Hoe verhoudt een bijdrage aan de exploitatie van een topsportlocatie zich tot de oorspronkelijke bedoelingen om met RRAAM-gelden de bereikbaarheid te verbeteren?

Antwoord 6

Er is geen sprake van een bijdrage van het Rijk aan de exploitatie van een topsportlocatie.

Naar boven