Vragen van de leden Ormel en Knops (beiden CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de uitspraken van de Amerikaanse president Obama over eventueel militair ingrijpen in Syrië (ingezonden 23 augustus 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 11 oktober 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraken van de Amerikaanse president Obama over eventueel militair ingrijpen in Syrië, op het moment dat het regime overgaat tot het gebruik van onconventionele wapens?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat gebruik en verspreiding van deze wapens een groot risico voor de gehele regio met zich meebrengen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de woorden van president Obama te ondersteunen?

Antwoord

De aanwezigheid van chemische wapens en het gebrek aan de controle daarop in Syrië is zorgwekkend. Nederland is daarover in gesprek met relevante partners. Syrië heeft het Geneefse Protocol van 1925 ondertekend, dat het gebruik van chemische wapens verbiedt. De regering heeft de OPCW opgeroepen de situatie in Syrië nauwlettend in de gaten te houden; inzet van chemische wapens tegen andere landen of tegen de eigen bevolking is onaanvaardbaar. Nederland is voorstander van een actieve betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij de situatie in Syrië en draagt dat uit in EU- en VN-verband.

Vraag 3

Deelt u de bezorgdheid over de positie van christenen in Syrië? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier wordt binnen het huidige beleid ten aanzien van Syrië met deze specifieke bevolkingsgroep rekening gehouden?

Antwoord

Het is zaak dat in de post-conflict fase de rechten van de minderheden in Syrië beschermd worden en een proportionele vertegenwoordiging van de diverse bevolkingsgroepen terug wordt gebracht in het openbaar bestuur. Nederland heeft de contacten met Syrische oppositiegroepen geïntensiveerd om, onder andere, de noodzaak van inclusiviteit en het respect voor minderheden te onderstrepen.

Vraag 4

Bent u bereid het Turkse pleidooi om een bufferzone langs de Syrische grens in te stellen te ondersteunen? Zo nee, op welke manier zullen de Syrische vluchtelingen volgens u moeten worden opgevangen?

Antwoord

Ik heb het Turkse grensgebied bezocht en een vluchtelingenkamp bezocht. Tevens heb ik hierover overleg gepleegd met mijn Turkse ambtsgenoot. Nederland zal steun bieden aan UNHCR om de toenemende vluchtelingenstroom in de regio, waaronder Turkije, te kunnen verwerken. Verdergaande maatregelen zoals het instellen van een bufferzone moeten gebaseerd zijn op een adequate volkenrechtelijke grondslag. Tot dusver ontbreekt het hieraan. Zonder instemming van de partijen is de uitvoering van dergelijke maatregelen bovendien uiterst complex. Het kabinet, evenals partners als de VS en het VK, ziet het Turkse voorstel als een uiterst middel dat momenteel niet aan de orde is. Voor een appreciatie van de recente incidenten aan de Turks Syrische grens verwijs ik naar de separate brief aan uw Kamer over dit onderwerp.

Naar boven