Vragen van het lid Segers (ChristenUnie) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mogelijke invloed van de Turkse overheid op uitzendingen van de Stichting Zendtijd Moslims (ingezonden 25 september 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 oktober 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Twijfels over rol Turkije bij moslim-tv»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de voorzitter van de Stichting Zendtijd Moslims (SZM) zitting neemt in het bestuur van de Islamitische Stichting Nederland, een stichting waarvan het salaris van het bestuur door de Turkse overheid wordt betaald en de voorzitter als Turks ambtenaar wordt beschouwd? Zo ja, deelt u de mening dat een dergelijke inmenging van de Turkse staat in Nederlandse omroepen onwenselijk is?

Antwoord 2

In het bericht in Trouw gaat het om de heer Köktas, die volgens de site van de Islamitische Stichting Nederland (ISN) penningmeester is van ISN. De heer Köktas is op dit moment waarnemend voorzitter van SZM, in afwachting van de benoeming van een onafhankelijk voorzitter. Volgens het Commissariaat is andere informatie over het bestuur toegezegd, maar die informatie heeft het Commissariaat nog niet ontvangen. Of er uiteindelijk sprake is van overheidsinmenging in de omroep moet het Commissariaat beoordelen. Het principiële uitgangspunt is dat de programma’s van publieke media-instellingen, waaronder de kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag die publieke zendtijd hebben gekregen, vrij zijn van overheidsinvloeden en dat publieke media-instellingen zelf vorm en inhoud van hun programma’s bepalen en daar verantwoordelijk voor zijn. Dat is vastgelegd in de Mediawet 2008 (artikel 2.1, tweede lid, onderdeel d, en artikel 2.88).

Vraag 3

Gaat een mogelijke connectie tussen de Turkse overheid en de SZM tegen de beoordelingscriteria van het Commissariaat voor de Media in? Zo ja, welke maatregelen neemt u om te voorkomen dat Turkse overheidsinmenging binnen een Nederlandse omroep plaatsvindt?

Antwoord 3

Het Commissariaat kan de aanwijzing van de moslimomroep weigeren als aannemelijk is dat men zich niet aan de wet zal houden. Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, regelt de wet dat publiek aanbod vrij hoort te zijn overheidsinvloeden. Het Commissariaat voor de Media zal de vraag moeten beantwoorden of banden met de Turkse overheid leiden tot overheidsbeïnvloeding en of daarmee aannemelijk is dat de moslimomroep zich niet aan de wet zal houden.

Naar boven