Vragen van de leden Bruins Slot (CDA) en Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de vraag «Wie controleert de dokter»? (ingezonden 14 mei 2013).

Mededeling van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 juni 2013).

Vraag 1

Wat vindt u van de suggestie van de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege dat patiënten in het tuchtrecht voortaan door de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden bijgestaan, om bijvoorbeeld te bepalen tegen wie de tuchtklacht moet worden ingediend?1

Vraag 2

Wat vindt u van het voorstel dat patiënten gedurende de tuchtzaak nieuwe informatie aan een lopende zaak kunnen toevoegen, gezien de medische complexiteit van tuchtzaken?

Vraag 3

Wat vindt u van het voorstel van de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedurende de zitting te kunnen laten aanpassen?

Vraag 4

Welke andere opties ziet u om de positie van de patiënt te versterken bij het indienen van tuchtklachten, zodat de rechtsposities van patiënt en arts meer in evenwicht worden gebracht?

Vraag 5

Wat is uw oordeel over de omgekeerde bewijslast?

Vraag 6

Bent u bereid over de versterking van de positie van de patiënt in het tuchtrecht in gesprek te gaan met patiëntvertegenwoordigers en artsenkoepels?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) en Bouwmeester (PvdA) over de vraag «Wie controleert de dokter»? (2013Z09268) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat voor een goede beantwoording van de vragen extra informatie nodig is van externe partijen.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Brandpunt Reporter, 24 april 2013

Naar boven