Vragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «OM te traag in verkrachtingszaak» (ingezonden 1 mei 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 4 juni 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2366.

Vraag 1

Kent u het bericht «OM te traag in verkrachtingszaak»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Klopt het dat een verkrachter van een (destijds) 14-jarig meisje strafkorting krijgt omdat de zaak om onverklaarbare redenen te lang op de plank is blijven liggen bij politie en het Openbaar Ministerie (OM)?

Hoeveel strafkorting heeft deze verkrachter gehad?

Antwoord 2 en 3

De officier van justitie heeft ter zitting aangegeven dat zij in een vergelijkbaar geval een gevangenisstraf van 3 jaar zou hebben geëist, conform de hiervoor geldende uitgangspunten van het OM. In plaats daarvan heeft zij vanwege het grote tijdsverloop twee jaar geëist. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Deze straf is dus hoger dan de door het OM gevorderde straf. De verdachte is tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan.

Vraag 4

Komt het vaker voor dat de redelijke termijn wordt overschreden waardoor strafkorting kan volgen zonder dat daarvoor een goede reden is?

Antwoord 4

Het komt vaker voor dat er strafkorting volgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn. Daarvoor kunnen diverse redenen zijn, zoals de werkdruk bij politie en OM of een gebrek aan zittingscapaciteit bij de rechterlijke macht.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat criminelen strafkorting krijgen en dat er daarom alles aan gedaan moet worden om de redelijke termijn niet te overschrijden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ik ben van mening dat het uiterst onwenselijk is dat verdachten strafkorting krijgen omdat hun zaak niet binnen een redelijke termijn wordt behandeld. Een goede en tijdige afhandeling van strafzaken is een belangrijke opdracht voor mijn ministerie. Begin 2010 is het verkorten van de doorlooptijden in de strafrechtsketen dan ook benoemd als een ketenomvattende prioriteit. Binnen de strafrechtsketen worden dan ook veel inspanningen verricht om strafzaken efficiënter te behandelen en de termijnen voor de afdoening van strafzaken te bekorten. Ik wijs u in dit verband op de invoering van de OM-afdoening, de ZSM-werkwijze en het Programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving.

Vraag 6

Hoe bestaat het dat een officier van justitie zelf om strafkorting vraagt, omdat hij zelf ook geen goede reden meer kan vinden voor de enorme vertraging?

Antwoord 6

Het OM is gehouden met alle omstandigheden van het geval rekening te houden bij het formuleren van een strafeis, ook als deze omstandigheden in het voordeel van de verdachte uitvallen.

Vraag 7 en 8

Wat is de reden van de vertraging en welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat dit in het vervolg niet meer mogelijk is?

Welke maatregelen zullen worden genomen tegen de hiervoor verantwoordelijke personen?

Antwoord 7 en 8

In de onderhavige casus bleek het niet mogelijk te achterhalen waarom niet reeds na het opnemen van de aangifte in 2003 aanvullend onderzoek is verricht.

Inmiddels worden alle aangiften in zedenzaken in Noord-Nederland binnen korte tijd na het opnemen ervan besproken met het OM. Bezien wordt welke onderzoekshandelingen nog verricht moeten worden. Daarnaast bewaakt het OM structureel de voortgang van alle zedenzaken in een maandelijks overleg. Afgesproken is dat de politie Noord-Nederland zedenzaken uiterlijk 6 maanden na het doen van aangifte instuurt naar het OM. Waar deze termijn niet wordt gehaald, is daarvoor een duidelijke aanleiding.

Ik zie in bovenstaande uiteenzetting van de gang van zaken geen aanleiding voor het nemen van maatregelen tegen personen.

Zoals ik u eerder onder meer per brief van 23 november 2012 heb gemeld stel ik een hoge prioriteit bij het versterken van de prestaties van de strafrechtketen. Zo wil ik dat de strafrechtketen zaken sneller, beter, slimmer en transparanter afdoet. Ik zal u nog voor het zomerreces informeren over mijn ambities ten aanzien van deze versterking, de doelstellingen die ik hiertoe formuleer en de maatregelen die ik tref.

Naar boven