Vragen van de leden Gesthuizen (SP) en Oosenbrug (PvdA) aan de minister van Economische Zaken over het bericht dat in vergelijking met andere Europese landen het mobiele dataverkeer in Nederland het duurst is (ingezonden 23 mei 2013).

Antwoord van minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 29 mei 2013).

Vraag 1, 2 en 3

Wat is uw reactie op het artikel «mobiele data het duurst in Nederland» waarin wordt belicht dat Nederlanders in vergelijking met andere Europeanen het meest moeten betalen voor mobiel internet?

Deelt u de mening dat de kosten per gigabyte in Nederland (gemiddeld 9 euro) in vergelijking met andere Europese landen (gemiddeld 1 à 2 euro) dusdanig hoog zijn dat er zeer waarschijnlijk sprake zal zijn van een onvoldoende functionerende markt? Zo ja, op welke wijze gaat u dit probleem aanpakken?

Zijn er naast het gebrek aan concurrentie andere oorzaken voor de hoge kosten van mobiel dataverkeer in Nederland? Bent u bereid dit zo nodig nader te (laten) onderzoeken?

Antwoord 1, 2 en 3

Ik heb kennis genomen van het artikel. De vragen gaan over één van de conclusies in het rapport waar het artikel naar refereert, namelijk de prijs van mobiele data-only abonnementen. Dit betreft de gebruikers die alleen een mobiele databundel en geen andere diensten afnemen. Dit is slechts een klein gedeelte (minder dan 5%) van de markt. In het onderzoek valt op dat binnen dat segment alleen gekeken wordt naar de premium abonnementen van de Nederlandse providers en niet naar hun «second brands» die goedkoper zijn.

Het rapport spreekt de verwachting uit dat door toetreding van een nieuwe uitdager (Tele2) de prijzen voor de mobiele data-only abonnementen zullen dalen. Het merkt ook op dat waar het abonnementen voor bundels van mobiele data en bellen en sms-en betreft Nederland beter uit het onderzoek komt. Op grond van dit rapport deel ik niet de mening dat de markt onvoldoende functioneert.

Er verschijnen geregeld onderzoeken (onder andere ook de OESO) naar de tarieven van telecommunicatie met niet zelden wisselende en soms tegenstrijdige uitkomsten. Dat komt ten eerste omdat het moeilijk is uniforme vergelijkingsmaatstaven te definiëren. Zo verschillen de databundels per land. In het rapport wordt bijvoorbeeld een combinatie-bundel met 20 sms-jes gehanteerd en die komt niet in Nederland voor. Ten tweede wordt onvoldoende rekening gehouden met factoren die de prijs van telecommunicatie in een land bepalen. Het betreft factoren als de koopkracht per land, het gebruiksprofiel van consumenten en eventuele handsetsubsidies. Het maakt analyses over prijsverschillen buitengewoon lastig en vaak voor discussies vatbaar.

Ik ga onderzoeken hoe we tot een betekenisvollere internationale vergelijking kunnen komen van mobiele telecommunicatietarieven en zal u over de uitkomsten van zo’n vergelijking dit najaar informeren.

Vraag 4

Bent u bereid om deze vragen voor het verzamel algemeen overleg Telecommunicatie op 28 mei 2013 te beantwoorden?

Antwoord 4

Ja.

Naar boven