Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over
het vaststellen van de borgings- en investeringsruimte voor woningcorporaties door
WSW en CFV (ingezonden 18 april 2013).
Antwoord van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 16 mei 2013)
Vraag 1
Is u bekend dat de woningcorporaties zonder borging door het Waarborgfonds Sociale
Woningbouw (WSW) niet of minder hun kerntaak, te weten het bouwen en beheren van sociale
huurwoningen, kunnen uitvoeren?
Vraag 2
Is het waar dat de woningcorporaties verplicht waren om via Corpodata vóór 1 februari
2013 respectievelijk 1 april 20131 jl. de relevante bedrijfsgegevens, gebaseerd op een actuele2 begroting voor 2013, aan te leveren bij het WSW en het centraal Fonds voor de Volkshuisvesting
(CFV), in verband met het vaststellen van de nieuwe borgings- en investeringsruimte?
Antwoord 2
Ja. Het betreft een regulier onderdeel van het gegevensproces dat jaarlijks wordt
uitgevoerd. Eind vorig jaar werd duidelijk, dat uitwerking van het Regeerakkoord invloed
heeft op de voornemens van de corporaties. In verband hiermee hebben WSW en CFV de
mogelijkheid geboden om de informatie op 1 april aan te leveren in plaats van op de
gebruikelijke datum van 1 februari.
Vraag 3
Onderschrijft u dat snelle duidelijkheid over de borgings- en investeringsruimte cruciaal
is voor het weer op gang brengen (al is het maar voor een beperkt deel) van de investeringen
van de woningcorporaties, die nu volledig in de wacht staan?
Antwoord 3
Ja. Ter toelichting meldt het WSW dat eind 2012 een generieke maatregel is getroffen
door het borgingsvolume voor 2014 en verder voorlopig te beklemmen. Een speciaal beoordelingsproces
is begin 2013 ingericht om de beklemming, waar dit op basis van risicoperspectief
mogelijk is, snel ongedaan te maken. Het WSW heeft op basis van bekende gegevens bepaald
welke woningcorporaties een financieringsbehoefte zouden kunnen hebben in 2014. In
het proces is voorzien dat deze woningcorporaties zo snel mogelijk helderheid hebben
over het borgingsvolume voor 2014.Woningcorporaties waarvan niet op voorhand helder
is dat zij behoefte hebben aan financiering worden later in het jaar beoordeeld. Woningcorporaties
die op basis van nieuwe informatie aangeven dat zij toch behoefte hebben aan borging
in 2014 zullen sneller beoordeeld worden.
Vraag 4
Is u bekend dat het WSW woningcorporaties heeft laten weten dat ze pas «….in de tweede
helft van 2013, maar vóór 1 december a.s.» op de hoogte gesteld worden van de nieuwe
borgingsruimte, ten gevolge van capaciteitstekort bij het WSW en extra werkzaamheden
ten gevolge van het advies van de commissie Hoekstra?
Antwoord 4
Zoals toegelicht onder 3 zijn er woningcorporaties die later in het jaar worden beoordeeld,
namelijk als op voorhand geen sprake is van een financieringsbehoefte. Niet alle corporaties
kunnen gelijktijdig worden beoordeeld. Het proces is ingericht uit oogpunt van efficiency
en op basis van behoefte bij corporaties. Het WSW benadrukt, dat de werkzaamheden
als gevolg van de commissie Hoekstra geen vertraging hebben veroorzaakt in het proces
rond het vaststellen van de borgingsruimte.
Vraag 5
Realiseert u zich dat woningcorporaties op deze wijze niet optimaal gebruik kunnen
maken van de 6% btw-regeling voor onderhoud en dat bij gebrek aan tijdige duidelijkheid
over de borgingsruimte, investeringen voor 2014 geschrapt moeten worden, omdat de
begroting 2014 e.v. in de zomer wordt voorbereid en in oktober vastgesteld?
Antwoord 5
De verlaging van de BTW geldt voor plannen gerealiseerd voor 1 maart 2014. Niet alle
onderhoudsplannen worden met geborgd geld gerealiseerd. Het reguliere onderhoud is
een onderdeel van normale bedrijfsvoering. Voor grootschalige projecten die door de
verlaging van de BTW naar voren zijn gehaald, geldt dat het borgingsvolume 2013 bekend
is en dat het WSW het proces zodanig heeft ingericht dat corporaties tijdig inzicht
krijgen in de borgingsruimte voor 2014. Op grond hiervan stel ik vast, dat woningcorporaties
optimaal gebruik kunnen maken van de verlaging van de BTW.
Vraag 6
Deelt u het gevoel van urgentie dat deze ontwikkeling rampzalig is voor de corporatiesector,
de huurders en de bouwvakkers en bent u om deze reden bereid om deze vragen met spoed
te beantwoorden en – beter nog – actie te ondernemen om te bevorderen dat op de kortst
mogelijke termijn duidelijkheid ontstaat over de nieuwe borgings- en investeringsruimte?
Antwoord 6
Zoals uit de antwoorden blijkt is het borgingsvolume 2013 al bekend en is door het
WSW het proces zo ingericht, dat ook tijdig het borgingsvolume voor 2014 bekend is.
X Noot
1Dit betreft de woningcorporatie met goede financiële perspectieven.
X Noot
2Bedoeld wordt: aangepast aan de gevolgen van de wonen-paragraaf uit het regeerakkoord.