Vragen van de leden Van Klaveren en Wilders (beiden PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over tot geweld bereide moslima's (ingezonden 7 maart 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 1 mei 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1778

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Kleine groep moslima's bereid tot geweld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Erkent u dat de islam moslims oproept geweld te gebruiken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2

Wat een godsdienst aan haar volgelingen opdraagt wordt bepaald door de interpretatie en uitwerking van die volgelingen. Derhalve kan ik geen uitspraken doen over wat de islam wel of niet opdraagt. Ik constateer dat er moslims zijn die het gebruik van geweld vanuit hun interpretatie van de islam rechtvaardigen. Dat betekent echter niet dat «de islam» moslims oproept geweld te gebruiken. Zo zijn er ook moslims die het gebruik van geweld vanuit hun interpretatie van de islam (juist) afkeuren.

Vraag 3

Hoe groot is de groep moslima's in Nederland die bereid is over te gaan tot geweld?

Antwoord 3

Op basis van het onderzoek «Radicaal (On)zichtbaar» waar het geciteerde krantenartikel naar verwijst kan hier geen schatting van gemaakt worden. Het onderzoek stelt dat 2 van de 155 subjecten hoog scoren op de factor «directe geweldslegitimatie». De 155 onderzoeksubjecten zijn niet willekeurig geselecteerd, maar specifiek geworven in conservatieve islamitische kringen en voldeden aan een specifiek omschreven profiel. Deze groep is dus niet representatief. Bij een dergelijke selecte steekproef is het extrapoleren van uitkomsten naar de brede groep moslima’s in Nederland niet verantwoord.

Vraag 4, 5 en 6

Wat zijn de veiligheidsrisico's van deze tot geweld bereide groep op lange termijn?

In hoeverre deelt u de visie dat deze geweldliefhebbende moslima's tikkende tijdbommen zijn?

Welke maatregelen bent u van plan te treffen om dit gevaar te bestrijden?

Antwoord 4, 5 en 6

Ik verwijs u graag naar de brief aan uw Kamer met de beleidsopvolging op het 32e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) (29 754, nr. 217). Daarin worden de zorgen geuit over radicalisering en jihadgang van Nederlandse moslims en worden de maatregelen beschreven die ingezet worden tegen de dreiging van geradicaliseerde jihadisten. Het aandeel van vrouwen in radicaliseringsprocessen en de gewelddadige strijd is weliswaar minder prominent, toch gelden de benoemde maatregelen ook voor vrouwen.

Naar boven