Vragen van het lid Leegte (VVD) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het netto vermogen van windmolens (ingezonden 22 augustus 2012).

Mededeling van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 20 september 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht op de website Climategate.nl van 20 augustus jl.: «Netto vermogen van windmolens véél lager dan aangenomen»?1

Vraag 2

Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is?

Vraag 3

Is het waar dat u wat betreft het rendement van windenergie rekent met de bruto geleverde energie, te weten een windcapaciteit van circa 23% van het nominale vermogen?

Vraag 4

Hoe hoog is in uw berekeningen de netto effectieve brandstofbesparing door toepassing van windmolens? Acht u het nodig uw berekeningen aan te passen?

Vraag 5

Bent u van plan om grondig onderzoek te doen naar de inpassingsverliezen van wind en dit onderzoek uit te laten voeren door een objectieve en deskundige instelling?

Mededeling

Op 12 augustus 2012 ontving ik Kamervragen van lid Leegte over het netto vermogen van windmolens naar aanleiding van een bericht over een studie van de heer Lepair. In deze studie wordt intensief gebruik gemaakt van openbare statistieken van het CBS. Daarom heb ik deze studie en de daarin gehanteerde methodologie aan het CBS voorgelegd. Ik wil het oordeel van het CBS betrekken bij de beantwoording. Het CBS heeft echter aangegeven daar wat meer tijd voor nodig te hebben. Dat maakt dat ik niet in staat ben om de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.

Naar boven