Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de politieke participatie van vrouwen in de MENA-regio (Midden-Oosten en Noord-Afrika) (ingezonden 12 maart 2013).

Antwoord van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 mei 2013).

Vraag 1

In hoeverre maakt het fonds dat op 8 maart jl.1 door u is aangekondigd onderdeel uit van de Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW)? Of bent u voornemens om dit in een apart fonds onder te brengen?

Antwoord 1

Het oorspronkelijke FLOW-fonds heeft 34 partners. Het «Women on the Frontline» programma wordt betaald uit de ophoging van 10 miljoen die voor FLOW middels een amendement van de Tweede Kamer beschikbaar is gesteld. Zo worden onze inspanningen in de MENA-regio uitgebreid.

Vraag 2 en 3

Op grond van welke overwegingen heeft u gekozen voor de landen Syrië, Bahrein, Jemen, Irak, Egypte, Tunesië en Libië?

Wat zijn de exacte doelstellingen van het fonds?

Antwoord 2 en 3

Het overkoepelende doel van het Women on the Front Line-programma is het versterken van vrouwenorganisaties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika om de volledige en gelijkwaardige participatie van vrouwen in de veranderende samenlevingen in deze regio te bevorderen, in het bijzonder in Tunesië, Egypte, Libië, Jemen, Bahrein, Syrië en Irak. Om dit overkoepelende doel te bereiken zijn er op twee niveaus subdoelen geformuleerd.

  • A. Voor het capaciteitsopbouwprogramma:

    • Het versterken van organisatorische capaciteit van vrouwenorganisaties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

    • Het versterken van de vaardigheden en kennis van vrouwenorganisaties en vrouwelijk leiders in het Midden-Oosten en Noord-Afrika die nodig zijn voor het beïnvloeden van wetgeving, het bevorderen van de participatie van vrouwen in de politiek en de maatschappij, en het ontwerpen en uitvoeren van publiekscampagnes.

  • B. Voor het financieren van programma’s van vrouwenorganisaties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika:

    • Het bevorderen van verankering van gendergelijkheid in grondwetten, wetten en nationaal beleid.

    • Het bevorderen van participatie van vrouwen in de politiek en representatie van vrouwen op alle niveaus van besluitvorming.

Deze landen zijn gekozen tegen de achtergrond van het proces van maatschappelijke transformatie, waarin zij zich bevinden. Een ander aspect is de meerwaarde (kennis, contacten, etc.) die de uitvoerende organisaties Hivos, Oxfam Novib en PricewaterhouseCoopers (PwC) hebben in deze landen. Daarnaast kunnen naast deze landen ook regionale (MENA) initiatieven worden ondersteund. Deze regionale partners kunnen ook in andere landen werkzaam zijn.

Vraag 4

Wordt het fonds op alle afzonderlijke landen toegespitst (tailer made) of is er sprake van een one-size-fits-all aanpak?

Antwoord 4

Het fonds ondersteunt tailor-made de geselecteerde organisaties in hun werk en aanpak.

Vraag 5

Is ten aanzien van het toegezegde geld ook steeds voorzien in evaluaties over onder meer bestedingen en behaalde resultaten? Zo ja, op welke wijze, door wie en wanneer vinden deze evaluaties plaats?

Antwoord 5

Ja, Hivos levert jaarlijks een financiële en inhoudelijke rapportage (over de bestedingen en behaalde resultaten) aan het ministerie. Na afloop van het programma levert Hivos een inhoudelijke en financiële eindrapportage en evaluatie in.

Alle interne procedures en regelgeving van Hivos zijn ISO 9001:2000 gecertificeerd en alle procedures worden gedocumenteerd in het Hivos kwaliteitshandboek. De naleving van deze procedures wordt geverifieerd door externe accountants. Hivos legt regelmatig projectbezoeken af en één keer per jaar vinden regionale consultaties plaats waarbij voortgang, uitdagingen en kansen worden besproken. Bevindingen worden teruggekoppeld aan het ministerie.

Vraag 6

Op welke wijze zijn de subsidies van FLOW het afgelopen jaar besteed?

Welk deel is precies naar de stimulatie van politieke participatie van vrouwen in de MENA-regio gegaan en hoeveel geld was met dit deel gemoeid?

Antwoord 6

Aan FLOW is het afgelopen jaar € 21.164.054 besteed. Het betreft subsidies conform contracten met 34 organisaties die eerder geselecteerd zijn voor een 4-jarige subsidie. Een tweetal van deze partners houdt zich bezig met het vergroten van politieke en economische participatie van vrouwen in de Arabische regio. Het totaal van hun budget is € 1.200.000.

Vraag 7

Bent u op de hoogte van het «Know Me Initiative», dat gericht is op aanmoediging van politieke participatie van vrouwen en deelt u de mening dat dit initiatief van belang is voor de participatie van vrouwen en actieve steun vanuit Nederland behoeft?2

Zo ja, op welke wijze zal Nederland dit initiatief steunen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Ja, ik ben op de hoogte van dit initiatief. Het is een nieuw initiatief van de organisatie International Centre for Development. Ik ben niet van mening dat dit initiatief steun vanuit Nederland behoeft, omdat het een niet-gespecialiseerde organisatie betreft zonder aangetoonde ervaring en expertise op dit thema. Verder constateer ik dat er reeds verschillende andere waardevolle projecten op dit terrein ondersteund worden.

Vraag 8

Hoe ziet u de rol van het maatschappelijk middenveld in de MENA-regio bij het bevorderen van politieke participatie van vrouwen?

Antwoord 8

Actief burgerschap en een sterk maatschappelijk middenveld zijn essentieel voor vrouwen om op te komen voor hun belangen, ook in de MENA-regio. Op deze manier proberen zij ongelijke machtsverhoudingen die ten grondslag liggen aan gender ongelijkheid te wijzigen. Sterke effectieve vrouwenorganisaties vertegenwoordigen de belangen van vrouwen en eisen noodzakelijke veranderingen in het machtssysteem van een land om gelijkwaardige politieke en economische participatie van vrouwen te garanderen.

Vraag 9

Worden vrouwenorganisaties naar uw mening voldoende betrokken bij internationale overleggen over de veiligheid in de MENA-regio? Hoe kan Nederland dit verder bevorderen?

Antwoord 9

Nee, vrouwen en hun organisaties worden momenteel niet voldoende betrokken bij internationaal overleg. Via Women on the Frontline wil Nederland vrouwen steunen hun stem duidelijker te laten doorklinken. Nederland zal ook zelf in bilaterale contacten met landen in de MENA-regio vragen vrouwen en hun organisaties meer bij internationaal overleg te betrekken.

Vraag 10

Bent u bereid de politieke participatie van vrouwen in de MENA-regio expliciet onder de aandacht te brengen in Europees verband?

Antwoord 10

Ja.

Vraag 11

Bent u voornemens om nog andere maatregelen te nemen ter bevordering van politieke participatie van vrouwen in de MENA-regio?

Antwoord 11

Bilaterale en EU-steun aan landen in de MENA-regio zal moeten bijdragen aan politieke participatie van vrouwen. De minister van Buitenlandse Zaken en ik zullen verder in diplomatieke betrekkingen en besprekingen de noodzaak van politieke participatie van vrouwen en gelijkheid voor de wet aan de orde blijven stellen. Deze gesprekken voeren we, bijvoorbeeld, ook met de Syrische oppositie.

Naar boven