Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de in India ter dood veroordeelde professor Singh Bhullar (ingezonden 19 april 2013).

Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 mei 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de actie van Amnesty International tegen de in India aan Devender Pal Singh Bhullar opgelegde doodstraf?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat Singh Bhullar is opgepakt onder de omstreden Terrorist and Disruptive Activities (Prevention) Act (TADA), dat hij in de eerste fase van zijn proces geen toegang tot een advocaat had, dat hij schuldig is bevonden op basis van een later ingetrokken en onbewezen bekentenis en dat één rechter oordeelde dat hij onschuldig is omdat bewijs ontbreekt? Indien neen, wat zijn dan de feiten?

Antwoord 2

Professor Bhullar is gearresteerd en veroordeeld in het kader van de Terrorist and Disruptive Activities (Prevention) Act (TADA). Deze wet legt bepaalde beperkingen op aan het contact tussen raadsheer en verdachte. Het is onduidelijk of de heer Bhullar contact heeft gehad met een advocaat tijdens de eerste fase van het proces. De bekentenis op basis waarvan betrokkene is veroordeeld wordt door hem niet erkend. Professor Bhullar is veroordeeld met twee stemmen vóór en één stem tegen. Degene die tegenstemde stelde in de enkele bekentenis van de heer Bhullar en de afwezigheid van verdere bewijslast, onvoldoende grond te vinden voor een veroordeling.

Vraag 3

Deelt u de opvatting van Amnesty International dat het proces tegen Singh Bhullar moet worden overgedaan en moet voldoen aan internationale standaarden voor een eerlijk proces? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 3

Nederland erkent India als rechtsstaat en mengt zich niet in de lokale Indiase rechtsgang.

Vraag 4

Deelt u de opvatting van Amnesty International dat India de doodstraf voor Singh Bhullar niet zou moeten voltrekken? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 4

Nederland is, net als alle andere EU-lidstaten, principieel en onder alle omstandigheden tegen de doodstraf.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de recente ontwikkelingen met betrekking tot de doodstraf in India, waar na een periode van acht jaar de laatste maanden voor het eerst weer een aantal doodstraffen is voltrokken? Deelt u de zorgen hierover?

Antwoord 5

Het feit dat India het de facto moratorium van acht jaar doorbroken heeft, stemt tot zorg. De EU heeft hierover in november 2012 en februari jl. bij de Indiase autoriteiten gedemarcheerd. In november vorig jaar heeft de EU Hoge Vertegenwoordiger in een persverklaring India opgeroepen het moratorium op de doodstraf weer in werking te stellen.

Vraag 6

Indien ja, bent u bereid bij de Indiase autoriteiten uw zorgen hierover over te brengen en aan te dringen op het afschaffen van de doodstraf? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 6

Nederland zal zowel in bilateraal als in EU verband bij de Indiase autoriteiten blijven aandringen op afschaffing van de doodstraf, en her-inwerkingtreding van het moratorium als eerste stap naar afschaffing.

Naar boven