Vraag 1 t/m 7
Herinnert u zich dat de motie-Omtzigt van 11 oktober 2012 over de salarissen en arbeidsvoorwaarden
van EU-ambtenaren met algemene stemmen is aangenomen op diezelfde dag?1
Herinnert u zich nog dat u op 30 januari 2013 tijdens een algemeen overleg zei: «De
heer Omtzigt heeft gevraagd om antwoord op zijn Kamervraag over de positie van EU-ambtenaren.
Ik heb wat langer nodig gehad om die vraag te beantwoorden dan de normale termijn
– ik heb dan ook uitstel gevraagd aan de Kamer – omdat dit een van de onderwerpen
is die zich heel makkelijk lenen om op allerlei manieren gebruikt en ook misbruikt
te worden. Ik wil niet dat iemand ons kan verwijten dat wij verkeerde cijfers hebben
gebruikt. Ik wil dit heel precies uitzoeken. Dat heeft geleid tot een behoorlijke
discussie met de Europese Commissie, omdat je dan ook dingen met elkaar vergelijkt
die niet altijd even goed vergelijkbaar zijn. Omdat we het zo precies mogelijk wilden
doen, hadden we wat meer tijd nodig. De heer Omtzigt zei het antwoord te willen hebben
voordat het debat met de premier plaatsvindt over de top. Ik geloof dat we kunnen
toezeggen dat de Kamer die gegevens voor dat debat ontvangt.»?2
Bent u er dus van op de hoogte dat als toezegging genoteerd werd: «De minister zal
de gevraagde informatie over de arbeidsvoorwaarden van EU-ambtenaren voor het plenaire
debat over de Europese Raad die plaatsvindt op 7 en 8 februari aan de Kamer zenden.»?
Herinnert u zich dat u pas op 1 maart 2013 antwoordde op die vragen3 en daarbij het totaal ontwijkende antwoord gaf: «De toelagen van Commissieambtenaren
kunnen een substantieel deel uitmaken van een inkomen, maar zijn veelal persoonsgebonden.
Het is wel duidelijk dat het aantal EU-ambtenaren dat netto meer verdient dan de Nederlandse
minister-president veel groter zal zijn dan drieduizend. Maar hoeveel, is moeilijk
na te gaan. Het kabinet zal hierover in contact treden met de Commissie.»?
Bent u voor het beantwoorden van de vragen in overleg getreden met de Europese Commissie
of niet?
Wanneer bent u voor het eerst hierover in contact getreden met de Europese Commissie
en kunt u aangeven wanneer u een netto-netto vergelijking aan de Kamer kunt doen toekomen
en kunt aangeven hoeveel EU-ambtenaren netto meer verdienen dan de Nederlandse minister-president
(Balkenendenorm, maar dan exclusief bijtelling gepantserde dienstauto en inclusief
alle andere bijtellingen) en hoe die berekening tot stand gekomen is?
Kunt u deze vragen binnen twee weken beantwoorden, aangezien het feitelijk een herhaling
betreft van vragen die al maanden bekend zijn bij u?
Antwoord 1 t/m 7
Over de vraag hoeveel Commissieambtenaren er zijn die netto meer verdienen dan de
Nederlandse minister-president ben ik met de Europese Commissie in contact getreden.
Ik heb de gevraagde vergelijking aan de verantwoordelijke commissaris toegelicht en
met hem besproken. Dit contact zal ik in mei voortzetten. Ik verwacht daarna van hem
nadere informatie. Hierover zal ik uw Kamer vervolgens verder informeren.