Vragen van de leden Hennis-Plasschaert en Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (beiden VVD) aan de ministers van Veiligheid en Justitie, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Immigratie, Integratie en Asiel over de mishandeling van een Oegandese Gaypride bezoeker (ingezonden 15 augustus 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 5 oktober 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3383.

Vraag 1

Kent u het bericht «Oegandese homohaat in Nederland»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Klopt dit bericht? Zo ja, zijn er inmiddels verdachten aangehouden voor deze mishandeling?

Klopt het dat de verdachten vertegenwoordigers zijn van de Oegandese Democratische Partij? Hebben de verdachten de Nederlandse nationaliteit? Zo nee, wat is hun verblijfstitel en wat zijn dan de mogelijke consequenties voor deze verblijfstitel?

Antwoord op vraag 2 en 3

Een Oegandese homorechtenactivist heeft aangifte gedaan van mishandeling. Naar aanleiding van de aangifte is een opsporingsonderzoek gestart. Dit onderzoek loopt nog, reden waarom ik daar verder geen mededelingen over doe.

Vraag 4

Zal er conform de laatste richtlijnen voor het Openbaar Ministerie een dubbele strafeis worden geëist, wanneer blijkt dat de mishandeling een discriminatoir karakter heeft?

Antwoord 4

Net als bij andere strafzaken waarbij sprake is van mishandeling met een discriminatoir oogmerk, zal de Aanwijzing Discriminatie van het College van procureurs-generaal worden toegepast als deze zaak tot vervolging leidt. Hierin staat dat indien bij een commuun delict – zoals bijvoorbeeld mishandeling – sprake is van een discriminatoir aspect ex artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht dit in het requisitoir dient te worden benadrukt en als strafverzwarende omstandigheid in de eis dient te worden betrokken. De eis wordt met 50% verzwaard in geval van discriminatoire aspecten bij een minder ingrijpend feit en met 100% verzwaard bij discriminatoire aspecten bij een ingrijpend feit.

Vraag 5

Welke maatregelen bent u bereid te nemen als blijkt dat homodiscriminatie, gebaseerd op beleid in andere landen (zoals bijvoorbeeld Oeganda), zich ook in Nederland manifesteert?

Antwoord 5

In Nederland zijn uitingen van discriminatie en geweld – op welke (buitenlandse) overtuiging dan ook gebaseerd – strafbaar.

Naar boven