Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over het aanvragen van de voorlopige aanslag (ingezonden 18 maart 2013).

Antwoord van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 26 april 2013)

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat over 2012 voor ruim 4 miljoen mensen de fiscus de belastingaangifte geheel vooraf invult en dat dit bij de andere helft al grotendeels gebeurt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is de doelstelling daarvan vooral om het invullen van de aangifte voor de mensen te vergemakkelijken en het doen van aangifte voor de inkomstenbelasting te vereenvoudigen?

Antwoord 2

Met het vooraf invullen van gegevens worden meer doelen gediend. Het dienstverleningsaspect speelt zeker een grote rol: het doen van aangifte wordt inderdaad gemakkelijker; daardoor boeken burger en Belastingdienst tijdwinst. De Consumentenbond heeft in een enquête vastgesteld dat 95% van de burgers de vooringevulde aangifte als een gemak ervaart.

Door het voorinvullen wordt bovendien voorkomen dat bij het invullen van de aangifte fouten worden gemaakt; daardoor wordt het proces bij de Belastingdienst efficiënter (er is geen foutherstel en geen correspondentie met de burger nodig). En ten slotte is er een toezichtsaspect: goed en volledig ingevulde aangiften kunnen snel worden afgehandeld (en zelfs direct een definitieve aanslag krijgen), zodat er meer aandacht kan worden besteed aan de slechte aangevers.

Vraag 3, 4 en 8

Kunt u bevestigen dat mensen, die in het verleden automatisch een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekering van de Belastingdienst ontvingen, deze voor het jaar 2013 individueel moeten aanvragen en invullen?

Waarop baseerde de Belastingdienst deze voorlopige aanslag toen deze nog automatisch werd opgelegd?

Heeft u bij deze wijziging van de werkwijze met betrekking tot de voorlopige aanslag er tevens rekening mee gehouden dat mensen daardoor na afloop van het belastingjaar 2013 opeens geconfronteerd kunnen worden met een (extra) fors bedrag aan belastingaanslag, waarmee zij geen rekening hebben gehouden en dat zij anders gespreid hadden kunnen betalen, en daardoor in betalingsproblemen kunnen komen?

Antwoord 3, 4 en 8

Eind 2012 en begin 2013 zijn – zoals elk jaar – ongeveer 3,9 mln. eerste voorlopige aanslagen Inkomstenbelasting 2013 opgelegd en verzonden. Anders dan in andere jaren kon in ongeveer 0,1 mln. gevallen geen eerste voorlopige aanslag worden opgelegd. Door de wijzigingen in het inkomen als gevolg van de Wet uniformering loonbegrip was er volgens de gegevens van de Belastingdienst geen recht meer op een voorlopige aanslag of kon de Belastingdienst op grond van de gegevens waar hij over beschikte niet tot een juiste aanslag komen. Daarom is besloten in deze gevallen geen eerste voorlopige aanslag op te leggen, maar deze burgers per brief te vragen – als zij menen toch recht te hebben op een eerste voorlopige aanslag – een nieuwe aanvraag in te dienen.

Vraag 5

Waar worden de mensen, die voor het jaar 2013 een voorlopige aanslag willen aanvragen, geacht zich op te baseren bij hun aanvraag? Kunnen zij zich daarbij baseren op de vooringevulde aanslag en dezelfde gegevens gebruiken?

Antwoord 5

Lopende het jaar moet uitgegaan worden van een geschat inkomen, want de Belastingdienst ontvangt de meeste gegevens voor het vaststellen van het inkomen pas na afloop van het jaar. De burger is daarom ook altijd zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van een schatting van zijn inkomen gedurende het jaar indien zijn inkomen wijzigingen ondergaat.

Waar burgers zich op kunnen baseren is afhankelijk van het moment waarop zij de aanvraag indienen. Als burgers een verzoek hebben ingediend voor 1 maart 2013, dan konden zij zich baseren op de gegevens uit de aangifte of aanslag inkomstenbelasting 2011. Ook konden zij gebruik maken van hun loonstrook die zij in 2013 hebben ontvangen.

Dienen burgers na 1 maart 2013 een aanvraag in, dan kunnen zij gebruik maken van de – al dan niet gedownloade – gegevens die zij gebruiken voor de aangifte 2012.

In beide situaties geldt dat de burger goed moet controleren of de gebruikte gegevens voor de aanvraag nog steeds actueel zijn. In 2013 kunnen de omstandigheden immers gewijzigd zijn als gevolg van bijvoorbeeld een andere dienstbetrekking, ontslag of verhuizing.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat mensen tot 2013 tevens de mogelijkheid hadden om de voorlopige aanslag te wijzigen indien zij (wezenlijke) wijzigingen in hun inkomenspositie in het belastingjaar verwachtten? Hoeveel mensen deden dat daadwerkelijk in 2011, zowel absoluut als relatief?

Antwoord 6

Mensen kunnen het programma «verzoek of wijziging voorlopige aanslag» gebruiken om hun voorlopige aanslag te wijzigen. Die mogelijkheid bestond altijd al en bestaat nog steeds. In de toelichting bij de voorlopige aanslag en in de brief «geen automatisch voorlopige aanslag» werden zij hier ook expliciet op gewezen. Er wordt geen onderscheid gemaakt in een eerste aanvraag of een wijziging. Ongeveer 900.000 voorlopige aanslagen IH 2011 (ca. 20%) zijn opgelegd naar aanleiding van een ingediend verzoek of wijzigingsverzoek.

Vraag 7

Waarom stelt u tegenover het vergemakkelijken en het vereenvoudigen van de aangifte juist een verzwaring van de administratieve last met betrekking tot de voorlopige aanslag?

Antwoord 7

Er is geen sprake van een structurele verzwaring van de administratieve last. Zoals uit het antwoord op de vragen 3, 4 en 8 blijkt was de wijziging van het inkomen als gevolg van de Wet uniformering loonbegrip de reden waarom er dit jaar voor een kleine groep geen juiste automatische voorlopige aanslag opgelegd kon worden.

Vraag 9

Wilt u de werkwijze met betrekking tot de voorlopige aanslag herzien op zodanige wijze dat mensen een automatische aanslag krijgen opgelegd en een wijziging daarvan kunnen aanvragen indien zij een wezenlijke wijziging in hun inkomenspositie voorzien in het desbetreffende belastingjaar? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 9

Zoals eerder is geantwoord zijn ongeveer 3,9 mln. eerste voorlopige aanslagen opgelegd. In de toelichting worden burgers er op gewezen om bij wijziging van het inkomen zelf een wijzigingsverzoek voor een aangepaste voorlopige aanslag in te dienen. Burgers waarvan de eerste voorlopige aanslag niet is verlengd hebben een brief gekregen, met een soortgelijk verzoek.

Vraag 10

Is er al een stabiele koppeling mogelijk met de basisadministratie inkomensgegevens? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 10

De basisregistratie inkomen (BRI) wordt voor de burgers die aangifte doen gevuld met het verzamelinkomen zoals bepaald na afloop van het belastingjaar in bijvoorbeeld hun definitieve aanslag. Voor de mensen die geen aangifte doen wordt in de basisregistratie inkomen het fiscale jaarloon gebruikt.

Vraag 11

Hoeveel geld is er inmiddels uitgegeven aan de opzet en uitvoering van de basisadministratie inkomensgegevens?

Antwoord 11

De BRI maakt onderdeel uit van het project Basisregistraties. Het project Basisregistraties is één van de ICT-projecten waarover aan de Tweede Kamer wordt gerapporteerd in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk en via het Rijks ICT-dashboard. De investeringskosten van de BRI zijn binnen het project Basisregistratie niet separaat geadministreerd, maar worden in zijn totaliteit geschat op circa € 20 mln. Met de uitvoering van de BRI, inclusief de kosten van beheer en onderhoud, is circa € 2,5 mln. per jaar gemoeid.


X Noot
1

Nieuwsbericht ministerie van Financiën d.d. 27 februari 2013

Naar boven