Vragen van de leden Lodders en Houwers (beiden VVD) aan de staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het verbod op chemische onkruidbestrijdingsmethoden (ingezonden 15 augustus 2012).

Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu), mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ontvangen 4 oktober 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het eindrapport «LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden», uitgevoerd door de Interfacultaire Vakgroep Milieukunde (IVAM) van de Universiteit van Amsterdam?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de conclusies van het rapport, dat een verbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen niet leidt tot een beter milieu? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

In deze quickscan worden milieuprestaties van verschillende onkruidbestrijdingsmethoden vergeleken. Geconcludeerd wordt dat niet één methode altijd als beste of slechtste scoort.

Chemische onkruidbestrijding scoort, vergeleken met niet-chemische methoden ongunstig voor onder meer ecotoxiciteit, maar het brandstofgebruik is laag. Methoden die gebruik maken van hoge temperaturen -zoals «branden» of «heet water»- scoren daarentegen gunstig voor ecotoxiciteit maar ongunstig voor de onderwerpen «klimaatverandering» en «fossiele uitputting», vergeleken met andere onkruidbestrijdingsmethoden.

Uit de inspraakreacties op het Nederlands actieplan duurzame gewasbescherming is gebleken dat er onduidelijkheid is ontstaan. Daarom zal een onafhankelijke inventarisatie uitgevoerd worden, om deze onduidelijkheid weg te nemen.

Vraag 3

Bent u bereid om eisen te stellen aan de milieuprestaties van niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Daarvoor is op dit moment geen aanleiding.

Vraag 4

Bent u bereid om uw standpunt ten aanzien van het uitvoeren van de motie Grashoff, over het instellen van een verbod voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden (TK 2010–2011, 32 372, nr. 65), te herzien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Tegelijkertijd met deze brief doe ik u het Nederlands actieplan duurzame gewasbescherming toekomen. Daarin komt de uitvoering van de motie Grashoff aan de orde.

Naar boven