Vragen van het lid Tony vanDijck (PVV) aan de minister van Financiën over het bericht dat Cyprus haar crisisonderzoek heeft gestaakt (Ingezonden 11 april 2013).

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 23 april 2013)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Cypriotische onderzoekcommissie die moet nagaan welke partijen geld hebben weggesluisd voorafgaand aan en tijdens de periode dat het bankverkeer op slot ging, haar werkzaamheden heeft gestaakt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5 en 6

Deelt u de mening dat het zeer verdacht is dat de centrale bank van Cyprus niet bereid is om de gevraagde informatie te overhandigen?

Hoe gaat u voorkomen dat de Cypriotische wantoestanden in de doofpot belanden?

Klopt het bericht dat topbankiers bij de Bank of Cyprus bewijsmateriaal van deze bank hebben vernietigd?2 Wat zegt u dit?

Deelt u de mening dat het naïef en zinloos is om te wachten op een onderzoek van de Cypriotische autoriteiten naar de misdragingen van eigen politici en bankiers?

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de toestanden op Cyprus tot op de bodem worden uitgezocht door een onafhankelijke instantie?

Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6

Zoals reeds gemeld in de brieven van donderdag 4 april 2013 (kenmerk BFB 2013–2622M en kenmerk BFB 2013 2628M) ligt de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van een oneigenlijke uitstroom van deposito’s en een efficiënt verloop van de operatie om de financiële sector te herstructureren primair bij de Cypriotische autoriteiten, in samenwerking met de Trojka. Het is aan de Cypriotische autoriteiten om gepaste maatregelen te nemen. De Cypriotische autoriteiten hebben in dit kader een onderzoekscommissie opgesteld. Ik wil niet speculeren over of er sprake is geweest van onrechtmatigheden of een oneigenlijke uitstroom van deposito’s en wacht de resultaten van het onderzoek van deze commissie af.

Naar boven