Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie over kippen die zijn gestikt door de warmte (ingezonden 21 augustus 2012).
Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen
18 september 2012).
Vraag 1
Kent u het bericht «duizenden kippen door warmte gedood in oververhitte schuur»?1
Vraag 2
Is het waar dat er duizenden kippen op deze wijze zijn omgekomen? Kunt u aangeven
of er ook meldingen zijn uit andere delen van het land en om welke aantallen dode
dieren het gaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Op het bedrijf in Schuinesloot zijn ongeveer 200 vleeskuikens door de hitte omgekomen.
De media hebben over enkele soortgelijke situaties bericht waarbij de brandweer het
dak van pluimveestallen gekoeld heeft met bluswater om de temperatuur in de stallen
te verlagen. Het betreft bedrijven in Afferden (Limburg), Veelerveen (Groningen) en
Hengelo (Gelderland). In Afferden zouden ook ongeveer 200 vleeskuikens zijn omgekomen.
Bij de andere bedrijven is niets bekend over extra mortaliteit.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de dood van de dieren behalve met het warme weer , ook nauw
samenhangt met de schaalgrootte van de huisvesting? Zo nee, waarom niet en heeft u
voorbeelden van kleinschalige houderijsystemen waar zich soortgelijke problemen hebben
voorgedaan?
Antwoord 3
Extra sterfte van de dieren kan, in een context van extreem hoge buitentemperaturen,
samenhangen met een combinatie van factoren: leeftijd van de dieren en de ouderdom
en daarmee samenhangende kwaliteit van de stal.
Een relatie tussen deze problemen en de schaal van de bedrijven is niet aan de orde.
Een grote, recent gebouwde stal met moderne klimaat- en ventilatievoorzieningen biedt
betere bescherming dan een kleine, oudere stal met oude voorzieningen.
Verder heeft een aantal vleeskuikenbedrijven geanticipeerd op de voorspelde hitte
in het bewuste weekend door (een gedeelte van) hun slachtrijpe vleeskuikens voortijdig
te laten slachten.
Vraag 4
Bent u van mening dat interventie van publieke diensten in situaties als deze ten
laste van de ondernemer in kwestie zouden moeten komen? Zo ja, op welke wijze? Zo
nee, waarom niet? Kunt u aangeven waarom er met publiek geld gewerkt moet worden aan
de oplossing van problemen die samenhangen met de door de ondernemer gekozen wijze
van huisvesten?
Antwoord 4
Ingevolge de Wet veiligheidsregio’s (artikel 3) behoort tot de brandweerzorg: «het
beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan
bij brand». De brandweer was derhalve verplicht in dit geval assistentie te verlenen,
het betreft een wettelijke taak. In principe wordt hiervoor door de brandweer aan
de ondernemer niets in rekening gebracht.
Het is echter aan de gemeente te beoordelen of er eventueel kosten kunnen worden doorberekend
aan de ondernemer. Daarvoor moet er dan wel van tevoren een Algemene Plaatselijke
Verordening (APV) van toepassing zijn die bepaalt in welke gevallen dit gebeurt.
Als achteraf zou blijken dat de ondernemer schuldig zou zijn geweest aan het stikken
van de kippen, dan wel dat hij onzorgvuldig is geweest of ernstig nalatig, kan de
gemeente besluiten of zij zich in het juridische proces wil voegen met een factuur
voor de gemaakte kosten.
In dit geval heeft de gemeente Hardenberg besloten dat de interventie van de brandweer
op zondag 19 augustus bij het pluimveebedrijf in de categorie «het wegnemen van onmiddellijk
gevaar voor [mens en] dier» valt en niet onder de categorie «andere werkzaamheden»
(dienstverlening). De kosten worden dus niet in rekening van de ondernemer gebracht.
Ik ben bereid samen met de pluimveesector te kijken naar de risico’s die een hitteperiode
met zich meebrengt voor het pluimvee in relatie tot de huisvesting. Het doel zal zijn
dat veehouderijbedrijven beter voorbereid zijn op extreme klimaatomstandigheden om
mortaliteit van dieren zo veel mogelijk te voorkomen.