Vragen van de leden Wilders en Tony vanDijck (beiden PVV) aan de minister-president en de minister van Financiën over het feit dat een huishouden in Cyprus gemiddeld vier keer meer vermogen heeft dan een Nederlands huishouden (ingezonden 12 april 2013).

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) mede namens de minister-president (ontvangen 17 april 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onderzoek «The Eurosystem Household Finance & Consumption Survey» van de ECB?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 t/m 4

Is het u bekend dat een Cypriotisch huishouden een gemiddeld vermogen heeft van maar liefst 670.000 euro, bijna vier keer meer dan een Nederlands huishouden?

Vindt u het niet volslagen idioot dat Nederland bijna 600 miljoen euro gaat bijdragen aan noodsteun aan Cyprus, terwijl een Cypriotisch huishouden gemiddeld een half miljoen euro meer bezit dan een Nederlands huishouden? Zo neen, waarom niet?

Bent u bereid de toezegging om Cyprus noodhulp te geven ongedaan te maken aangezien de Nederlandse huishoudens het geld harder nodig hebben? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2 t/m 4

De ECB stelt in haar studie dat de cijfers voor Cyprus niet goed vergelijkbaar zijn met de rest van de eurozone om meerdere redenen, zoals samenstelling van huishoudens, grondbezit, erfenissen en de verdeling tussen financieel vermogen en bezittingen in natura. Tabel 3.4 (p.2 geeft bijvoorbeeld aan dat Cypriotische huishoudens relatief weinig financieel vermogen bezitten. Daar komt bij dat de ECB geen rekening houdt met vermogen in collectieve voorzieningen, zoals in pensioenen en de zorg. Wat betreft de Nederlandse inzet ten aanzien van een steunpakket voor Cyprus verwijs ik u naar de kamerbrief van 13 maart ter voorbereiding op de Eurogroep van 15 maart (kenmerk BFB2013–985M) en de brief over het politiek akkoord van de Eurogroep over specifieke invullingen van het leningprogramma (kenmerk BFB 2013–2721M).

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór dinsdag 16 april 2013 te 12:00 uur?

Antwoord 5

Ja.

Naar boven