Vragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de uitzending van De Vijfde Dag op 27 februari 2013 (ingezonden 29 maart 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 april 2013)

Vraag 1, 2, 3, 4, 5 en 6

Kent u de uitzending van De Vijfde Dag op 27 februari 2013? Zo ja, klopt het wat hierin vermeld wordt?

Deelt u de mening dat de rol van de politie en het Openbaar Ministerie (OM) cruciaal is bij de opsporing en vervolging van een verdachte? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat deze cruciale rol van doorslaggevend belang is aangezien het Openbaar Ministerie een monopoliepositie heeft in de vervolging van een verdachte en dat daarom blind vertrouwd moet kunnen worden op het Openbaar Ministerie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om dit onmiddellijk te veranderen, aangezien uit bovengenoemde uitzending het tegendeel bleek?

Zijn er meer gevallen bekend waarin een officier van justitie (structureel) gelogen heeft en hiermee de Nederlandse rechtsstaat ondermijnd heeft? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen en de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om per direct maatregelen te treffen tegen de liegende officier van justitie? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om dit soort totaal ontoelaatbare situaties in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u hiervoor treffen?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5 en 6

Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik naar de brief (Kamerstuk II 33 400-VI, nr. 99) die ik uw Kamer heden heb toegezonden over deze zaak.

Naar boven