Vragen van de leden De Wit, Gesthuizen en Kooiman (allen SP) aan de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het ministerie van Veiligheid en Justitie slecht samenwerkt met de Nationale ombudsman (ingezonden 21 februari 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 april 2013) Zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1605

Vraag 1, 2, 3, 4

Wat is uw reactie op de kritiek van de Nationale ombudsman dat met de bewindspersonen van het ministerie van Veiligheid en Justitie nauwelijks valt samen te werken, dat u immuun bent voor kritiek, het recht aan uw zijde denkt te hebben en altijd gelijk meent te hebben, ook als dat niet het geval is?1

Herkent u zich in deze kritiek? Zo ja, trekt u zich deze kritiek aan en zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, kunt u beargumenteerd weerspreken waarom de Nationale ombudsman er naar uw mening naast zit?

Wat is uw reactie op de afzonderlijke voorbeelden die de Nationale ombudsman geeft en waarmee uw houding ten opzichte van de Nationale ombudsman wordt geïllustreerd?

Waarom wordt u de moeilijkste samenwerkingspartner genoemd? Waar ligt dit aan?

Antwoord 1, 2, 3, 4

Ik heb kennis genomen van de uitlatingen van de ombudsman. Ik geef op alle verzoeken van de ombudsman antwoord. Als het gaat om aanbevelingen van de ombudsman volg ik de meeste daarvan op. Bij het niet overnemen van een aanbeveling vindt ambtelijk overleg plaats tussen mijn ministerie en de ombudsman. Mijn ervaring leert dat dit overleg bijdraagt aan het begrip voor elkaars standpunten. Echter, er zijn zaken waarin ik van mening verschil met de ombudsman. In het jaarverslag van de ombudsman staan die genoemd. Dat jaarverslag wordt besproken in uw Kamer.

Vraag 5

Bent u bereid er in ieder geval voor te zorgen dat u tijdig reageert op de rapporten van de Nationale ombudsman? Kunt u toezeggen dat dit voortaan altijd gebeurt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Mijn doelstelling is om op alle rapporten van de ombudsman tijdig te reageren. Niet valt te voorkomen dat complexe zaken meer tijd vergen. Wanneer niet binnen de door de ombudsman gestelde termijn kan worden geantwoord wordt dit gemeld aan de ombudsman.

Vraag 6

Hoe gaat u de samenwerking met de Nationale ombudsman verbeteren?

Antwoord 6

Er vindt reeds ambtelijk overleg plaats met de ombudsman als het gaat om het niet-overnemen van aanbevelingen. Gezien de positieve werking van dit soort overleggen en om het open karakter van mijn ministerie naar de ombudsman toe te vergroten zal de ombudsman frequenter worden geraadpleegd voor openbaarmaking van mijn officiële reactie. Voorts heb ik binnen mijn Ministerie maatregelen genomen ten behoeve van het verbeteren van de termijnbewaking.


X Noot
1

«Ombudsman: met ministerie van Justitie valt nauwelijks samen te werken», NRC, 19 februari 2013, http://www.nrc.nl/nieuws/2013/02/19/ombudsman-justitie-staat-niet-open-voor-kritiek/?utm_campaign=rss&utm_source=syndication

Naar boven