Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het septemberpakket pensioenen (ingezonden 1 oktober 2012).

Antwoord van staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 oktober 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u in het algemeen overleg over het septemberpakket pensioenen op 27 september aan de Kamer heeft meegedeeld dat de wettelijke basis van de verhoging van het Minimaal Eigen Vermogen en van het nieuwe Leeftijd Aanpassingsmechanisme artikel 142 van de Pensioenwet (PW) is?

Antwoord

Nee. Tijdens bedoeld overleg heb ik aangegeven dat de mogelijkheid om voorwaarden te verbinden aan het spreiden van de kortingen, stoelt op de bevoegdheid om de wettelijke hersteltermijnen te verlengen. Van deze bevoegdheid, die is geregeld in artikel 142 van de Pensioenwet, is gebruik gemaakt door middel van artikel 6a van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, de zogenoemde herstelregeling.

De voorwaarden voor het spreiden van kortingen worden in deze regeling opgenomen.

Vraag 2

Wat is de tekst van artikel 142 van de Pensioenwet en wat is de tekst van artikel 131 van de Pensioenwet?

Antwoord

Artikel 142 van de Pensioenwet luidt:

Onze Minister kan na overleg met de toezichthouder vrijstelling verlenen van de in artikel 138 en 140 genoemde termijnen van 15 jaar respectievelijk drie en een jaar, indien er sprake is van een uitzonderlijke economische situatie waardoor een groot aantal pensioenfondsen niet kan voldoen aan de bij of krachtens deze wet gestelde vereisten inzake het vereiste eigen vermogen en het minimaal vereist eigen vermogen.

Artikel 131 van de Pensioenwet luidt:

  • 1. Een pensioenfonds beschikt over een minimaal vereist eigen vermogen, tenzij:

    • a. een pensioenfonds tot volledige overdracht of onderbrenging is overgegaan; en

    • b. de toezichthouder heeft ingestemd met het feit dat het pensioenfonds daarom niet beschikt over een minimaal vereist eigen vermogen.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de omvang en de samenstelling van het minimaal vereist eigen vermogen bepaald.

Vraag 3

Uit welk deel van de tekst dan wel de parlementaire toelichting komt de mogelijkheid om ex artikel 142 eisen te stellen aan het Minimaal vereiste eigen vermogen (MVEV) en dat te verhogen naar 110%?

Antwoord

Artikel 142 van de Pensioenwet biedt geen grondslag voor een verhoging van het minimaal vereiste eigen vermogen, noch voor het stellen van eisen aan dat vermogen. Het septemberpakket doet het een, noch het ander. Wel verbindt het septemberpakket aan de mogelijkheid om kortingen te spreiden, de voorwaarde dat het fonds de pensioenen pas gaat indexeren bij een dekkingsgraad van ten minste 110%. Deze voorwaarde maakt het totaalpakket meer evenwichtig.

Pensioenfondsen kunnen – binnen de grenzen van de wet – hun indexatiebeleid zelf vorm geven. De wet verhindert hen niet de grens te verhogen waaronder geen indexatie plaatsvindt.

Vraag 4

Is het waar dat artikel 142 in ieder geval alleen mogelijkheden biedt voor een uitzonderlijke economische situatie waardoor een groot aantal pensioenfondsen niet kan voldoen aan de bij of krachtens de PW gestelde vereisten inzake het Vereist eigen vermogen (VEV) en MVEV en dus niet voor een situatie waarin het MVEV verhoogd wordt?

Antwoord

Ja. In het antwoord op vraag 3 is al aangegeven dat in het septemberpakket geen sprake is van een verhoging van het minimaal vereist eigen vermogen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat u het minimaal vereiste eigen vermogen alleen verhoogd kan worden door toepassing van artikel 131 en dat dit een aanpassing van het besluit Financieel Toetsingskader (FTK), een algemene maatregel van bestuur, vergt? Wanneer zal die worden gepubliceerd?

Antwoord

Ja. Zie verder het antwoord op vraag 3.

Vraag 6

Kunt u eveneens een toelichting geven op welke delegatiebepaling in de wet van toepassing is op het leeftijdsaanpassingsmechanisme?

Antwoord

Voor een verhoging van de pensioenrichtleeftijd, respectievelijk de invoering van een levensverwachtingsaanpassingsmechanisme, is geen wetswijziging nodig. In beide gevallen gaat het om een wijziging van de pensioenregeling door sociale partners en pensioenfondsen.

Vraag 7

Wanneer worden nu eindelijk de gewijzigde amvb’s, ministeriële regelingen en beleidsbesluiten van DNB openbaar?

Antwoord

Het septemberpakket vergt geen algemene maatregel van bestuur. Wel zal de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling vóór 1 januari 2013 worden aangepast. De gewijzigde regeling wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

De Nederlandsche Bank heeft vorige week al Q&A’s op zijn website gepubliceerd. De rentecurve van september, inclusief de UFR, wordt deze week op de website van DNB gepubliceerd.

Vraag 8

Kunt u deze vragen beantwoorden voor 2 oktober 12.00 uur, omdat er dan stemmingen plaatsvinden over het septemberpakket?

Antwoord

Ja.

Naar boven