Vragen van de leden Van Hijum (CDA), Schouw (D66), Segers (ChristenUnie), Leijten (SP), Klaver (GroenLinks), Tony van Dijck (PVV), Dijkgraaf (SGP), Ouwehand (PvdD) en Klein (50PLUS) aan de ministers van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «VNG wil overleg kabinet over bezuinigingen» (ingezonden 8 maart 2013).

Mededeling van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 3 april 2013)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «VNG wil overleg kabinet over bezuinigingen», waarin de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit voor een onderzoek naar de gevolgen van de stapeling van bezuinigingen en efficiencykortingen voor gemeenten?1

Vraag 2

Waarom bent u tot dusverre niet bereid om samen met de VNG een onderzoek te starten naar de haalbaarheid van de grote decentralisatieopgave voor gemeenten, in het licht van de financiële opgave waarvoor gemeenten staan?

Vraag 3

Bent u bereid om voorafgaand aan de afzonderlijke decentralisaties (jeugdzorg, participatie, AWBZ en de regeling chronisch zieken) inzicht te verschaffen in de haalbaarheid in termen van taken, geld, mensen en tijd? Bent u bereid om de aannames te laten toetsen door een onafhankelijke instantie, zoals de Algemene Rekenkamer?

Vraag 4

Is het waar dat de VNG – als reactie op de afhoudende reactie van het kabinet – inmiddels zelf aan het Centraal Planbureau (CPB) heeft verzocht om een onderzoek uit te voeren naar de haalbaarheid van de decentralisaties? Bent u bereid om de uitkomsten van dit onderzoek te betrekken bij de wetgeving, om een zorgvuldige overdracht te waarborgen? Zo ja, op welke wijze?

Vraag 5

Deelt u de zorgen over het geringe weerstandsvermogen van grote gemeenten in relatie tot de financiële risico’s die zij nu reeds lopen?2 Bij hoeveel gemeenten in totaal is de balans tussen risico en reserves niet in evenwicht? Hoeveel gemeenten staan er momenteel onder provinciaal toezicht (preventief of repressief) en/of hebben de «artikel 12» status?

Vraag 6

Op welke wijze wordt gemonitord in hoeverre gemeenten door de stapeling van efficiencykortingen bij decentralisaties, nieuwe bezuinigingen op het Gemeentefonds en financiële opgaven (zoals afwaardering van grondposities) in staat zijn om de nieuwe taken op een verantwoorde manier uit te voeren? Welke inhoudelijke toetsingscriteria worden hierbij gehanteerd?

Vraag 7

Op welke wijze vindt monitoring plaats van de cumulatie van maatschappelijke effecten bij kwetsbare groepen, zoals risicogezinnen, risicojongeren, jonge mensen met een verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek, en zorgbehoevende ouderen? Bent u bereid om een coördinerend bewindspersoon deze cumulatie in beeld te laten brengen?

Mededeling

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Van Hijum, Schouw, Segers, Leijten, Klaver. Van Dijck, Dijkgraaf, Ouwehand en Klein, die werden ingezonden op 8 maart 2013 met kenmerk 2013Z06414, deel ik u mede namens mijn ambtgenoot van Financiën mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat voor de beantwoording van de vragen een relatie moet worden gelegd met de motie Schouw (33 400 B, 33.400 C nr.13), die op 26 maart 2016 door uw Kamer is aangenomen.

Beantwoording van de vragen zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.


X Noot
1

Nu.nl, 6 maart 2013

X Noot
2

NRC, 2 maart 2013

Naar boven