Vragen van de leden Lodders en Ten Broeke (beiden VVD) aan de staatssecretaris van
Economische Zaken over bontproductie in China (ingezonden 8 maart 2013).
Antwoord van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 3 april 2013).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1710
Vraag 1
Is het waar dat dieren voor bontproductie in China in erbarmelijke omstandigheden
leven en dat ze op een dieronwaardige manier aan hun einde komen? Zo ja, kunt u toelichten
in welke omstandigheden deze dieren leven en hoe ze worden gedood ten behoeve van
de bontproductie? Zo nee, waarom niet?1
2
Antwoord 1
Op dit moment is in China sprake van een grote bontindustrie. Hierover zijn weinig
officiële gegevens bekend. De gegevens die bekend zijn, zijn verzameld door NGO’s
en via (nieuwe) media bekend gemaakt. U en ik hebben daardoor dezelfde beelden gezien
en verhalen gehoord. Het is moeilijk te bepalen of dit beelden betreft die betrekking
hebben op uitzonderingen of dat dit een generiek beeld is.
Vraag 2
Klopt het dat de Nederlandse pelsdierhouders aan zeer strenge voorschriften moeten
voldoen op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid en milieu in tegenstelling
tot hun collega’s in China? Zo ja, kunt u de verschillen toelichten in regelgeving
op het gebied van dierenwelzijn, diergezondheid en milieu tussen beide landen waar
de pelsdierhouders aan moeten voldoen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nederlandse pelsdierhouders moeten voldoen aan voorschriften op het gebied van dierenwelzijn
en diergezondheid en milieu, zoals alle veehouders in Nederland dat moeten. Tevens
moeten zij voldoen aan een dierenwelzijnverordening van het productschap.
De Chinese autoriteiten hebben aangegeven dierenwelzijn serieus te nemen en zijn bezig
met uitgebreide studies en het verzamelen van best practices uit andere landen.
Een belangrijk verschil met Nederland is dat vossen en chinchilla’s in Nederland sinds
2008 niet meer als pelsdier gehouden mogen worden. Per saldo is er in Nederland uitsluitend
een nertsenhouderij. In China worden vele diersoorten gehouden voor bont, ook soorten
die in Nederland op grond van dierenwelzijn niet gehouden mogen worden als productiedier.
Een ander belangrijk verschil in houderij is dat in Nederland geen sprake is van transport
van de nertsen voorafgaande aan het doden van de dieren. Dit is een belangrijke factor
voor het dierenwelzijn.
Vraag 3
Klopt het dat de wereldwijde vraag naar luxeproducten, zoals bont, toeneemt? Kunt
u aangeven in welke mate deze vraag toeneemt?
Antwoord 3
Het Nederlands Bont Instituut geeft aan dat uit de jaarlijkse economische rapportage
van de Internationale Bonthandel Federatie over het verkoopseizoen 2010–2011 bleek,
dat de wereldwijde omzet in bont met 7% gestegen was. Dit betekent volgens de Internationale
Bonthandel Federatie een totale omzetstijging van 70% vanaf de periode winter 2000–2001.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat de Nederlandse staat door het pelsdierhouderijverbod potentiële
inkomsten misloopt? Kunt een inschatting geven van de gederfde inkomsten?
Antwoord 4
Door het LEI is in haar onderzoeken aangegeven dat de totale omzet van de pelsdiersector
meer dan 300 miljoen euro bedraagt. In hoeverre de Nederlandse staat inkomsten mis
loopt is op basis hiervan niet te zeggen, dit is afhankelijk van diverse factoren.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat door het verbod op de pelsdierhouderij in Nederland en de
toenemende wereldwijde vraag naar bont de productie van bont zich steeds meer zal
verplaatsen naar landen zoals China waar het met dierenwelzijn slecht is gesteld?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
In eerdere debatten in de Tweede en Eerste Kamer is door mijn voorgangers en de Minister
van Economische Zaken aangegeven dat de productie zich kan verplaatsen naar bijvoorbeeld
Denemarken, een land met een vergelijkbare dierenwelzijnstandaard. Indien de productie
wordt verplaatst naar Polen of Roemenie is wellicht wel sprake van EU-regels maar
is het mogelijk dat daar niet onze standaarden worden gehaald. Wordt de productie
verplaatst naar Wit Rusland en China dan valt te verwachten dat het dierenwelzijn
vermindert.
De vraag en daarmee productie van pelsdieren zal naar verwachting toenemen.
In hoeverre de verplaatsing zich voordoet is niet bekend.