Vragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de
berichten «Sterfgevallen niet als verdacht herkend, talloze moorden blijven onbekend»
en «Slordig met slachtoffers» (ingezonden 7 maart 2013).
Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 maart 2013).
Vraag 1
Kent u de berichten «Sterfgevallen niet als verdacht herkend, talloze moorden blijven
onbekend»1 en «Slordig met slachtoffers»?2 Klopt wat in deze berichten vermeld wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de bedoelde berichten. De genoemde aantallen uitgevoerde
secties zijn correct, evenals de kanttekening van de geciteerde woordvoerder van het
OM dat het in de afgelopen jaren steeds om 400 à 500 secties per jaar ging en er dus
geen sprake is van een structurele daling. Wat de twee veronderstelde «missers» betreft
kan ik uw Kamer melden dat in beide gevallen het OM onderzoek doet. In het belang
van deze onderzoeken kan ik niet ingaan op de vraag of de berichtgeving over deze
zaken correct is.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het absoluut onacceptabel is dat op deze manier (honderden)
moorden onopgelost blijven en dus ook (honderden) moordenaars ongestraft blijven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Voor gevallen van niet-natuurlijk overlijden is een duidelijke werkwijze ingericht.
Wanneer de arts die het overlijden vaststelt, constateert dat er geen sprake is van
een natuurlijk overlijden, dan schakelt hij de gemeentelijk lijkschouwer in. Als deze
tot het oordeel komt dat er geen sprake is van natuurlijk overlijden en hij een misdrijf
vermoedt dan wordt het Openbaar Ministerie ingeschakeld, dat een sectie zal gelasten.
Mij zijn geen feiten bekend die erop wijzen dat deze werkwijze niet voldoet.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat een sectie op een lichaam alleen volgt
vanwege een oplettende medewerker van een mortuarium? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ik verwijs naar mijn antwoorden op vragen 1 en 2.
Vraag 4 en 5
Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar de gevallen die ten onrechte niet voor
obductie zijn opgegeven? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid de zaken waarin sprake lijkt te zijn van een misdrijf alsnog te openen
en een opsporingsonderzoek in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het Openbaar Ministere zal sectie gelasten in alle gevallen van niet-natuurlijk overlijden
die door de lijkschouwer worden gemeld en waarin deze vermoedt dat sprake is van een
misdrijf. Wanneer hieruit een redelijk vermoeden voortvloeit dat het overlijden het
gevolg is van een strafbaar feit, zal altijd een nader onderzoek worden ingesteld,
behoudens zeer bijzondere omstandigheden die vervolging in de weg staan, zoals verjaring
van een strafbaar feit.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat er een landelijk protocol moet komen waarin de criteria voor
een sectie duidelijk vastliggen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer gaat u maatregelen
treffen om een dergelijk protocol in gang te zetten?
Deelt u de mening dat het criterium om obductie te plegen niet moet zijn of een misdrijf
vervolgbaar is, maar of er sprake is van een niet natuurlijke doodsoorzaak? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, per wanneer gaat u dit criterium veranderen?
Antwoord 6 en 7
De werkwijze bij gevallen van niet-natuurlijk overlijden is helder en heb ik uiteen
gezet in mijn antwoord op vraag 2. Het criterium voor het uitvoeren van een sectie
is niet of een misdrijf vervolgbaar is, maar de constatering van de lijkschouwer dat
er geen sprake is van een natuurlijk overlijden en zijn vermoeden dat er sprake is
van een strafbaar feit. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden die vervolging in
de weg staan, zoals verjaring van een strafbaar feit, zou het Openbaar Ministerie
kunnen besluiten om van een nader onderzoek af te zien.
X Noot
1Telegraaf van 2 maart 2013
X Noot
2Telegraaf van 4 maart 2013