Vragen van de leden Groot en Vermeij (beiden PvdA) aan de staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over verlenging van de VUT-uitkering (ingezonden 7 maart 2013).

Mededeling van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 29 maart 2013).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over dubbelzinnige berichten en adviezen van de ministeries van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het verlengen van de VUT-uitkering?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het verlengen van de VUT-uitkering om de periode tot de nieuwe ingangsdatum AOW te overbruggen een van de opties is om te voorkomen dat mensen met een inkomensgat te maken krijgen? Zo ja, op welke manier is geregeld dat mensen die hun VUT-uitkering verlengen niet in één keer over de totale waarde van de VUT-aanspraak belast worden, zoals zou voortvloeien uit het niet langer voldoen aan de voorwaarden van artikel 18i Wet LB (tekst 2004)?

Vraag 3

Klopt het dat de standpunten en Vraag&Antwoord-teksten van de Kennisgroep pensioenen (loonbelasting) van het Centraal Aanspreekpunt Pensioen van de Belastingdienst geen door of namens u vastgesteld beleid betreffen? Zo ja, deelt u de opvatting van de Kennisgroep in Vraag & Antwoord 12–009?2 Zo nee, kunt u duidelijkheid verschaffen over het regeringsstandpunt betreft de verlenging van een VUT-uitkering ter overbrugging van de verhoging van de AOW-leeftijd in relatie tot het betalen van loonbelasting?

Vraag 4

Deelt u de mening van de Kennisgroep dat in de meeste gevallen de niet langer onder artikel 18i Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) – tekst zoals deze luidde in 2004 – vallende VUT-regelingen aangemerkt zullen worden als een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) in de zin van artikel 32ba Wet LB, en hierdoor niet in één keer belast worden? Zo ja, wie beoordeelt dit?

Vraag 5

Kunt u reageren op de conclusie van de Kennisgroep dat indien VUT-regelingen gekwalificeerd worden als RVU in de zin van artikel 32ba Wet LB, dit gevolgen kan hebben voor de premiebetalende werkgever(s) en werknemers?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van de leden Groot en Vermeij (beiden PvdA) over de verlenging van de VUT-uitkering, ingezonden op 7 maart 2013, niet binnen de gestelde termijn beantwoord kunnen worden. Dit in verband met de benodigde afstemming met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


X Noot
1

VVP, 5 maart 2013, blz. 27

Naar boven