Vragen van de leden Kooiman en De Wit (beiden SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over verplichte omgang tussen ouder en kind na levensdelicten (ingezonden 26 februari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 maart 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1645.

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op de uitzending van Eenvandaag «Verplicht op bezoek bij de moordenaar van je moeder»?1

Deelt u de mening dat het niet per definitie wenselijk is dat er omgang plaats vindt tussen ouder en kind wanneer de ene ouder de andere ouder van het kind van het leven heeft beroofd? Deelt u eveneens de mening dat het belang van het kind altijd voorop moet staan?

Antwoord 1 en 2

Van omgang van een kind met de ouder die de andere ouder heeft omgebracht kan geen sprake zijn als dit niet in het belang van het kind is. Ik deel derhalve de mening dat omgang niet per definitie wenselijk is en dat, bij de beoordeling van deze wenselijkheid, het belang van het kind voorop moet staan.

Vraag 3

Wat is de stand van zaken in het onderzoek naar de mogelijke gevolgen van dergelijke omgangsregelingen voor de betrokken kinderen?

Antwoord 3

Een dergelijk onderzoek is in voorbereiding. Ik heb het WODC gevraagd dit onderzoek te starten en te begeleiden.

Vraag 4

Wat is op dit moment het beleid ter zake van de verschillende bureaus jeugdzorg?

Antwoord 4

De bureaus jeugdzorg hebben aandacht voor het trauma dat een kind in deze situatie oploopt en de ingewikkelde context waarin het kind verkeert. Voor het kind dient ruimte gecreëerd te worden voor traumaverwerking. Ook dient aandacht te zijn voor het sterke krachtenspel dat ontstaat tussen de familie van het slachtoffer, de familie van de dader en de dader zelf.

Indien de ouder die de andere ouder heeft omgebracht, omgang met zijn of haar kind wil, bekijken de bureaus jeugdzorg altijd of omgang in het belang van het kind is. Dit belang staat voorop. Van het dwingen van kinderen om de vader of moeder te ontmoeten kan geen sprake zijn.

Vraag 5 en 6

Bent u van mening dat de mogelijkheden die de wet biedt om omgang tussen ouder en kind te ontzeggen in dergelijke situaties te beperkt zijn? Waarom zou er eerst sprake moeten zijn van ernstig nadeel voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind of anderszins in strijd met zwaarwegende belangen voordat het recht op omgang ontzegd kan worden? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten en daarbij in gaan op de mogelijkheden die de wet biedt om omgang te beperken of te ontzeggen?

Bent u bereid te onderzoeken of de wet niet aldus kan worden aangepast dat in dergelijke schrijnende situaties omgang tussen ouder en kind niet (gedwongen) plaats zal vinden, tenzij het kind hier zelf uitdrukkelijk om verzoekt of uit onderzoek of deskundigenverklaringen blijkt dat omgang wél in het belang van het kind is? Zo nee, waarom niet? Welke andere mogelijkheden ziet u om aan deze onwenselijke situatie een einde te maken, te weten het verplicht bezoeken van de moordenaar van je ouder?

Antwoord 5 en 6

Indien een ouder na partnerdoding om omgang met zijn of haar kind verzoekt, zal, in geval van een meningsverschil hierover, de rechter bezien of een omgangsregeling dient te worden vastgesteld (artikel 1:377a BW). De rechter kan hiertoe advies van de Raad voor de kinderbescherming inwinnen. Ik ben hier een voorstander van, omdat de Raad vanuit zijn expertise kan bekijken of omgang in het belang van het kind is.

Ik constateer dat de wet voldoende mogelijkheden biedt om omgang te ontzeggen als die niet in het belang van het kind is. Immers, alsdan kan de rechter oordelen dat omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind of anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

Wat ik echter onwenselijk vind is dat het initiatief tot omgang van de ouder kan uitgaan; dat de ouder een recht op omgang heeft. Ik vind dat dit initiatief bij het kind moet liggen. Het kind kan dan zelf bepalen of en wanneer het toe is aan contact met de ouder en wordt niet gedwongen hierover na te denken omdat de ouder om omgang verzoekt. Ik ben voornemens de wet aan te passen.


X Noot
1

Eenvandaag «Verplicht op bezoek bij de moordenaar van je moeder», 23 februari 2013, http://www.eenvandaag.nl/binnenland/42833/verplicht_op_bezoek_bij_de_moordenaar_van_je_moeder_

Naar boven