Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over vijf
vrouwen uit Gaza die niet mogen studeren op de Westoever (ingezonden 27 februari 2013).
Antwoord minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 27 maart 2013)
Vraag 1
Bent u bekend met de zaak van de vijf vrouwen uit Gaza die willen studeren aan een
universiteit op de Westelijke Jordaanoever, maar door Israël niet toegelaten worden
tot de Westelijke Jordaanoever?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de vijf vrouwen het recht hebben om te studeren aan universiteiten
op de Westelijke Jordaanoever en dat Israël daarom verplicht is hun reis naar de Westelijke
Jordaanoever toe te staan? Indien neen, waarom niet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Volgens de Nederlandse regering is Israël bevoegd veiligheidsmaatregelen te nemen.
Deze maatregelen mogen echter niet tot gevolg hebben dat de facto alle studenten uit
Gaza de toegang tot universiteiten op de Westoever wordt ontzegd.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat sinds er in september 2000 een reisverbod voor studenten van
kracht werd, slechts drie studenten uit Gaza op de Westelijke Jordaanoever hebben
kunnen studeren? Indien neen, wat zijn dan de feiten?
Antwoord 3
Het Palestijnse ministerie van Onderwijs bevestigt dat Israël sinds 2000 geen vergunningen
meer verstrekt aan reguliere studenten die in Gaza wonen en willen studeren aan universiteiten
op de Westelijke Jordaanoever. De drie studenten die sinds 2000 wel een uitreisvisum
ontvingen, waren in het bezit van een buitenlandse studiebeurs.
De coördinator van Israëlische regeringsactiviteiten in de Palestijnse Gebieden (COGAT)
onderscheidt verschillende categorieën reizigers die in aanmerking komen voor reizen
van Gaza naar de West Bank. Studenten maken hier geen deel van uit, met uitzondering
van hen die in het bezit zijn van een buitenlandse beurs ten behoeve van studie op
de Westoever of in het buitenland. Gazaanse studenten zijn aangewezen op het studieaanbod
van de drie Gazaanse universiteiten: de Islamic University of Gaza, de Al Aqsa University en de Al Azhar University.
In het academisch jaar 2011/2012 studeerden er 174 studenten met Gazaanse identiteitsbewijzen
op de Westelijke Jordaanoever. Deze studenten woonden echter al op de Westoever vóór
29 september 2000, bij de aanvang van de tweede Intifada, waarna Israël de veiligheidsmaatregelen
heeft aangescherpt.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat Israël met betrekking tot Gaza en de Westelijke Jordaanoever
een scheidingsbeleid («separation policy») hanteert?2 Indien ja, wat houdt dit beleid concreet in? Indien neen, wat zijn hier dan de feiten?
Antwoord 4
Op een verzoekschrift van de NGO Gisha, die namens de vijf vrouwelijke Gazaanse studenten
verzocht om toegang tot de Westoever, heeft het Israëlische hooggerechtshof in september
2012 geantwoord dat alleen op humanitaire gronden een uitzondering wordt gemaakt voor
individuele gevallen uit Gaza. Gisha ontving eenzelfde antwoord in december 2011 op
een verzoekschrift ten behoeve van een Amerikaanse Palestijn uit Gaza die naar de
Westoever wilde reizen voor een huwelijksaanzoek. Volgens de Israëlische autoriteiten
is er «sprake van een scheidingsbeleid tussen de gebieden [de Gazastrook en de Westelijke
Jordaanoever] op basis van veiligheidsoverwegingen waardoor het aantal personen dat
toegang krijgt tot Judea en Samaria wordt beperkt tot uitzonderlijke humanitaire gevallen».
Vraag 5
Is de weigering de vijf vrouwen tot de Westelijke Jordaanoever toe te laten onderdeel
van dit scheidingsbeleid? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Dit werd in deze bewoording bevestigd door het hooggerechtshof in september 2012.
Vraag 6
Bent u bereid er bij uw Israëlische collega’s op aan te dringen dat de vijf vrouwen
alsnog kunnen studeren aan de Palestijnse universiteit op de Westelijke Jordaanoever
en in EU-verband aandacht voor deze zaak te vragen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord 6
Nederland zet, zowel in EU-verband als bilateraal, onverminderd in op een einde aan
de blokkade van Gaza en normalisering van verkeer van goederen en personen. Dit is
een terugkomend onderwerp op de EU-agenda en een prioriteit van Hoge Vertegenwoordiger
Ashton. Movement and Accessis tevens een belangrijk onderdeel van het Gaza bestand dat eind vorig jaar is getekend
en waaraan de EU graag haar medewerking verleend. Deze kwestie, waaronder de toegang
van Gazaanse studenten tot de Westelijke Jordaanoever, zal aan de orde worden gesteld
in Israël.