Vragen van de leden Kooiman en Jasper vanDijk (beiden SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over kinderen die noodgedwongen bij hun ouders moeten aankloppen ondanks een ontbrekende band of voogdij (ingezonden 12 maart 2013).

Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 27 maart 2013).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de geanonimiseerde brief, die melding maakt van het feit dat een kind, om in aanmerking te kunnen komen voor een aanvullende beurs, contact op moet nemen met de vader waarmee het kind geen contact heeft omdat vader de moeder heeft vermoord?1

Antwoord:

Ik heb kennisgenomen van de brief, waarin melding wordt gemaakt van een kind met een natuurlijke ouder die uit het ouderlijk gezag is ontzet. Een student met een ouder die uit het ouderlijk gezag is ontzet, heeft op dit moment de mogelijkheid DUO te vragen het inkomen van de ouder buiten beschouwing te laten bij het berekenen van de aanvullende beurs. Dit kan door een beroep te doen op de regeling «weigerachtige ouders». De student overlegt dan aan DUO een kopie van een beschikking van de rechtbank waarin staat dat de ouder uit het gezag is ontzet. Het kind wordt niet gedwongen contact op te nemen met de ouder. Uiteraard moet de (aankomende) student wel aan de overige eisen voor studiefinanciering voldoen. Overigens is het kind waarover in de brief wordt gesproken pas 15 jaar oud; ik ga ervan uit dat zij op dit moment nog geen aanspraak kan maken op studiefinanciering.

Vraag 2

Hoeveel leerlingen of studenten moeten noodgedwongen contact opnemen met een ouder, waarmee een slechte of ontbrekende relatie is (bijvoorbeeld vanwege mishandeling, verdwijning of detentie), om op die manier in aanmerking te kunnen komen voor een aanvullende beurs? Wanneer u het antwoord niet heeft, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Naast de hierboven geschetste situatie van ontzetting uit het ouderlijk gezag, zijn meer situaties denkbaar waarin een kind een slechte of ontbrekende relatie met een ouder heeft en waarin de regeling «weigerachtige of onvindbare ouders» een rol kan spelen: geen contact met de ouder sinds het twaalfde levensjaar, conflict met ouder(s), een onbekende verblijfplaats van de betreffende ouder of oninbare alimentatie. Om aan te tonen dat van een dergelijke situatie sprake is, moet de (aankomende) student bewijsstukken overleggen. Eén van die bewijsstukken kan een brief zijn van de ouder waarmee het kind een conflict heeft. Hierin moet staan dat hij/zij om ernstige redenen weigert mee te betalen aan de studie. Mocht het onmogelijk zijn een dergelijke brief mee te sturen, dan is een verklaring van een deskundige of instantie vereist (bijvoorbeeld een decaan, mentor, studiebegeleider, vertrouwensarts of maatschappelijk werker), waarin staat dat de ouder weigert mee te betalen aan de studie en waarin de ernst van de situatie beschreven wordt. Bij onvindbare ouders kan het kind geen contact opnemen met de ouder en zal DUO zelf proberen de ouder te traceren.

Gezien deze regeling hoeft een student dus niet noodgedwongen in contact te treden met de weigerachtige ouder. Verder onderzoek acht ik dan ook niet noodzakelijk.

Vraag 3

Hoeveel leerlingen of studenten komen niet in aanmerking voor een aanvullende beurs omdat zij – om welke reden dan ook – onmogelijk in contact kunnen komen met hun ouder(s) vanwege zulke extreme omstandigheden? Wanneer u het antwoord niet heeft, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Hoeveel ouders, die niet het ouderlijk gezag hebben omdat er sprake is van een voogdij-maatregel, hebben kinderen die wel een aanvullende beurs ontvangen? Hoeveel ouders hebben kinderen bij wie het niet lukt deze aanvullende beurs te ontvangen? Wanneer u het antwoord niet heeft, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ongeveer 17.500 studenten doen met succes een beroep op deze weigerachtigheids- en onvindbaarheidsregeling. Er wordt niet geregistreerd hoeveel studenten met ouders die uit het gezag zijn ontheven of ontzet op basis van het inkomen van de ouders geen aanvullende beurs krijgen. Er hebben mij geen signalen bereikt waaruit blijkt dat weigerachtigheid of onvindbaarheid een obstakel vormt om een aanvullende beurs te krijgen. Mijn conclusie is dan ook dat nader onderzoek en een andere oplossing niet opportuun zijn.

Vraag 5

Deelt u de mening dat, wanneer een ouder geen voogdij meer heeft, het kind niet aan zou hoeven kloppen bij deze ouder om in aanmerking te komen voor een aanvullende beurs? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ja, de regeling voorziet hierin. Overigens hecht ik eraan te benadrukken dat het niet hebben van gezag niet per definitie duidt op een slechte relatie en dat een beroep doen op genoemde regeling niet altijd noodzakelijk is. Uit het regeerakkoord vloeit voort dat de regeling voor weigerachtige en onvindbare ouders zal worden afgeschaft. Zoals ik in de hoofdlijnenbrief studiefinanciering (Kamerstukken II, 2012/2013, 24 724, nr. 103) heb aangegeven, realiseert het kabinet zich dat dit voorstel pijnlijke consequenties heeft voor een kwetsbare doelgroep. Het kabinet inventariseert daarom de gevolgen voor specifieke doelgroepen en of een hardheidsclausule nodig is. Het stelsel van studiefinanciering blijft in algemene zin toegankelijk doordat het altijd mogelijk is om bij te lenen.

Vraag 6

Bent u bereid om met een oplossing te komen voor leerlingen of studenten in dergelijke zeer moeilijke situaties, zodat zij niet financieel «gestraft» worden voor het (wan)gedrag van hun ouder(s)?

Antwoord

De vraag suggereert dat er een oplossing nodig is voor deze moeilijke situaties. Ook wanneer de regeling voor weigerachtige en onvindbare ouders wordt afgeschaft, is het stelsel in algemene zin toegankelijk doordat het altijd mogelijk is om bij te lenen.

Vraag 7

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over het slachtofferbeleid op 28 maart a.s.? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Bij dezen.


X Noot
1

Bijlage: geanonimiseerde brief.

Naar boven