Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over het optreden van de AIVD in de zaak Sabir K. (ingezonden 19 februari 2013).

Antwoord van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) mede namens de minister van Veiligheid en Justitie(ontvangen 26 maart 2013).

Vraag 1

Is het waar dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) al in een vroeg stadium onderzoek heeft gedaan in de zaak Sabir K.?1

Antwoord 1

Ik kan hierover in het openbaar geen mededelingen doen.

Vraag 2

Heeft de AIVD alleen onderzoek gedaan in opdracht van de CIA of heeft de AIVD ook onderzoek gedaan naar het optreden van de CIA in de zaak Sabir K.?

Antwoord 2

De AIVD doet geen onderzoek in opdracht van andere diensten. Ik kan in het openbaar geen concrete mededelingen doen over onderzoek van de AIVD naar andere diensten.

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat informatie in de zaak Sabir K. is verkregen door middel van marteling in Pakistan?

Vraag 4

Waarom is de minister van Veiligheid en Justitie wel bereid bij een uitlevering van Sabir K. aan de Verenigde Staten eisen te stellen over de psychologische behandeling van deze verdachte, maar is de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet bereid de eis te stellen dat deze verdachte niet kan worden veroordeeld op basis van bewijs dat door middel van marteling is verkregen?

Antwoord 3 en 4

Ik heb uitsluitend zicht op de strafrechtelijke informatie die tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika (VS) is uitgewisseld over Sabir K. Betrokkene is verdachte in een Amerikaans strafrechtelijk onderzoek, zodat een eventuele veroordeling in de VS zal worden uitgesproken. De Amerikaanse autoriteiten hebben Nederland met dat doel om uitlevering van Sabir K. verzocht. In het kader van de beoordeling van het uitleveringsverzoek is het verweer gevoerd dat Sabir K. door (of door toedoen van) Amerikaanse functionarissen is gefolterd. In de rechterlijke procedure is daarover geoordeeld dat, voor zover Sabir K. in Pakistan gefolterd zou zijn, niet is gebleken van Amerikaanse betrokkenheid daarbij. Betrokkene heeft overigens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) gevraagd de uitlevering te verbieden. Op dit verzoek heeft het EHRM nog niet beslist.

De VS zijn bovendien partij bij het Internationale verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (Trb.  1969,2 en bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 1985, 69 3n dit laatste verdrag is uitdrukkelijk de eis vervat dat door foltering verkregen bewijs niet mag worden toegelaten bij een berechting.

Vraag 5

Waarom hebt u er niet voor gekozen om Sabir K., die een Nederlands staatsburger is, in Nederland te berechten?

Antwoord 5

Het enkele feit dat een verdachte de Nederlandse nationaliteit heeft, is geen zelfstandige reden om over deze persoon rechtsmacht uit te oefenen. Hierbij is van belang dat de feiten waarvan Sabir K. wordt verdacht, zijn gepleegd buiten Nederlands grondgebied en gericht waren tegen de VS. Daarnaast is het onderzoek in de VS reeds enige tijd gaande en bevindt ook het bewijsmateriaal zich in dat land. Bovendien hebben de VS om uitlevering verzocht. Het voortzetten van de strafvervolging in de VS ligt derhalve het meest in de rede.


X Noot
1

Argos, Radio 1, 16 februari 2013.

X Noot
2

Argos, Radio 1, 16 februari 2013

X Noot
3

Argos, Radio 1, 16 februari 2013

Naar boven