Vragen van het lid Keijzer (CDA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de berichtgeving over de NMa-boetes van € 9 miljoen aan een aantal taxibedrijven
vanwege kennelijk schending van mededingingsregels (ingezonden 13 maart 2013).
Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
26 maart 2013)
Vraag 1
Kent u de berichtgeving over de opgelegde NMa-boetes van € 9 miljoen aan een aantal
taxibedrijven vanwege kennelijke schending van mededingingsregels?1 Hebben deze veroordeelde bedrijven recent meegedaan in de aanbesteding voor het Valysvervoer
en zijn deze bedrijven ook de bedrijven die deze tender lijken te hebben gewonnen?
Aan welke regels hebben de veroordeelde bedrijven zich niet gehouden dat dit leidt
tot zo’n hoog boetebedrag?
Antwoord 1
Ja, de berichtgeving is mij bekend. Op 27 februari jl. heb ik uw Kamer hier per brief
(TK 2012–2013, 25 847, nr. 112) over geïnformeerd.
Het betreffen twee zaken in de periode 2007–2011 waarbij gezamenlijke afspraken zijn
gemaakt over aanbestedingen voor taxivervoer in de regio Rotterdam die naar de mening
van de NMa onder het kartelverbod vallen. De vermeende overtredingen hebben geen betrekking
op de aanbesteding van het Valysvervoer zelf.
Vraag 2 en 3
Bent u, gelet op de hoogte van deze boetes, nog steeds van oordeel dat de continuïteit
van het Valysvervoer gewaarborgd is, ook nu deze boetes binnen de exploitatie van
deze bedrijven moet worden terugverdiend?
Waren de volledige inhoud en de boete-omvang van de boetebeschikkingen van de NMa
bij u bekend toen zeer onlangs door u het besluit werd genomen om het Valysvervoer
definitief aan deze bedrijven te gunnen? Heeft u meegewogen wat de invloed van dit
bedrag is op de stabiliteit en (financiële) continuïteit van de nieuwe combinatie?
Antwoord 2 en 3
Bij besluit van 8 oktober jl. is voorlopig gegund aan de Combinatie. Op 28 november
2012 ben ik door de Combinatie vertrouwelijk geïnformeerd over de twee boetebesluiten
en zijn mij tevens de twee boetebesluiten aangeboden.
Een zorgvuldige afweging begint met het beschikken over de daarvoor noodzakelijke,
volledige informatie. Die informatie, waaronder de inhoud van de boetebeschikkingen
inclusief de bedragen, is mij beschikbaar gesteld door de Combinatie. Met het oog
op de continuïteit van het Valysvervoer heeft één van de combinanten mij op 16 januari
2012 desgevraagd inzicht gegeven in haar financiële positie. Als gevolg daarvan heb
ik er vertrouwen in dat de continuïteit van het Valysvervoer bij de Combinatie is
gewaarborgd.
Overigens benadruk ik dat er op dit moment geen sprake is van een definitieve gunning.
Zoals ik in de brief van 27 februari jl. aan uw Kamer heb aangegeven zal ik de uitspraak
in kort geding afwachten alvorens ik overga tot het sluiten van een overeenkomst met
de Combinatie. De procedure leidt ertoe dat de door mij gemaakte afweging ook door
een rechter wordt getoetst.
Vraag 4
Kunt u de Kamer, al dan niet vertrouwelijk, informeren over de weging van de aspecten
waarop de gunning tussen de twee hoogst eindigende bedrijven heeft plaatsgevonden?
Antwoord 4
De offertes van alle inschrijvers zijn beoordeeld op basis van de objectieve beoordelingscriteria
die genoemd zijn in het Beschrijvend Document van de aanbesteding (hoofdstuk 4/bijlage).
Met betrekking tot het (nieuwe) inzicht van de NMa-boetebesluiten is de afweging gemaakt
of de Combinatie al dan niet alsnog dient te worden uitgesloten. Deze afweging staat
los van de behaalde scores bij de beoordeling van de offertes.
Vraag 5
Waarom vindt u het bovenproportioneel om de gunning niet te heroverwegen, terwijl
er een vergrijp heeft plaatsgevonden dat een boete van € 9 miljoen rechtvaardigde?
In hoeverre is juist dit besluit niet bovenproportioneel in de richting van de andere
inschrijvers? Hebben de andere inschrijvers recent ook een boete van de NMa gekregen
voor een vergelijkbaar vergrijp?
Antwoord 5
Nadat ik door de Combinatie ben geïnformeerd over de geschetste ontwikkelingen heb
ik mij met de vereiste zorgvuldigheid, rekening houdend met de belangen van alle inschrijvers,
beraden over de vraag of deze boetebesluitenen al dan niet dienen te leiden tot uitsluiting
van de Combinatie. De afweging die ik daarbij heb gemaakt is uitgebreid toegelicht
in de brief waarnaar ik bij antwoord 1 heb verwezen. Ik ben niet bekend met recentelijk
opgelegde boetes bij de overige inschrijvers.